
H 0 0 R E N S e n S C H U L P E N . 103
’er een foort van Rondasje van maakt. Van binnen ziet men, hoe het gehee-
le Schildje beftaat uit een dun fmal ftrookje Hoorn, dat, als van den Top af,
flangswyze met de kanten is aan één gelymd of gegroeid. Veel grooter vallen
deeze Dekzeltjes niet, o f zeldzaam.
Het langwerpige Dekzeltje van Ftg. 3 , is nog veel dunner dan het voorgaande, Langwer.
byna als Postpapier. Hier door verfchilt het zeer van die der Dertigfte PlaatJeltje-
i n ’t Eerfte D e e l, hoewel het waarfchynlyk ook van dergelyke Hoorens zal Fig. j .
afkoroftig zyn. D ie , naamlyk zyn, al komen zy klein voor, niettemin aan-
merkelyk dik en ftyf.en ook zo hol niet als het tegenwoordige, dat eene glanals
een Vliesje. , , j
D e Hooren van Fig, 4 houd ik voor een Land - Slakhooren, e n , dewyl de-Getopte
zelve zeer hoog getopt is , zo dat zy naar de Tollen gelykt, noem ik ze Ge-ren_
topte Slakboorn. By G u a l t i i i e r i , zo min als by d'A r g e n v i l l e , heb ik fig. 4-
’er de Afbeelding van gevonden. De Grond is eenigermaate Vleefchkleung.
Op ieder Gier heeft zy een breeden bruinen en een fmalleren blaauwen Band,,
beiden fterk van Kleur, en de Top is bruin. De rand van de Mond-Opening
is een weinig pmgeflagen. ‘
Onder de Afbeeldingen van R u me m u s komt een Klomp Wormhuisjes Hoender
voor die men Hoender darmen noemt, gelykende veel naar deeze, in Fig. 5 g g ^
afgebeeld, zo dat ik die den zelfden naam geef. Want, aangezien de om-
draaijing., krinkelingen famenvlechcing van deeze Steenen Buisjes, van ’t Geval
afhangelyk is , begrypt men ligt, dat ’er honderderley kunnen voorkomen.
Hier is een groote Klont van dunne Buisjes, bruin geel en meelt open;
dus veel naar Hoenderdarmen gelykende: aan welke Klomp zig een veel dikkere
witagtige Wormbuis, die maar ééne draay maakt, heeft vaftgehecht: zo
dat deeze Figuur van beiden de geftalte voorftelt.
Het bruine Kapje of Patelletje, van Ftg. 6 , zou weinig aartigheid' hebben .Groen
indien het niet, op zynen Olyfkleurigen grond, zeer fraay getekend was met Kapje,
helder groeneStipjes 1 die van den Top ftraalswyze naar den Rand' loopen, zo -Fig 6.
danig dat zy zig als afgebroken Lyntjes vertoonerr. Het is niet zeer hoog,
getopt T en taamlyk vlak, d'och aan den Rand een weinig befchadigd.
In de vetklaaring der Zevende Plaat van dit Deel, is omffandig gefprokenTovrde
van de Tour de Bras Doubletien, en van de reden van derzelver benaaming.^^^
Hier wordt de helft van zodanigéene Doublet vertoond., welke in fchoonheidpyg-, j„
van Kleur en Tekening de genen,die aldaar afgebeeld zyn, ver te boven gaat.
Men kan ’er uit de Figuur beft van oordeelen. Alleen moetik nog zeggen,
S. 3, dat' :