
S6 V E R Z A M E L I N G v a n
vertoont, wordt gezegdt, dat de genen, die een dikke Lip hebben, Mannetjes
de anderen Wyfjes genoemd worden. Deeze is byzonder dik gelipt, en lang
gefpild, ’t welk ’er eene byzondere fraaiheid aan geeft, zynde zodanige Rukken
als dit naauwlyks te bekomen. Inzonderheid munt zy uit, door haare Ie-
vendige Vleefchkleur, zo aan de enden, als in de Mond-opening, Fig. 2 , en
op de Rug, Ajg. 3. Het overige, wat de Geftalte belangt, blykt genoegzaam
uit de Afbeeldingen.
T w e e d e P l a a t .
Peul- of Onder de Doublet-Schulpen, die men Baardknypers o f ook wel Peul en Boe-
Boere- reboon-Doubletten noemt, is deeze, en wegens de grootte,en wegens de fraai-
jf f f il ],e .Tek“ lng> zeer merkwaardig. Wy hebben, in de Figuuren i en 2 , de
Tab. II. be helften van deeze Ooublet vertoond, en daar uit b lykt, dat de Tekening
V * e.e n e nog wat verfchil lende is van die op de andere helft; maar in
Fig.i ,a, beiden is dezelve verwonderlyk Ruitswyze gegolfd metgeelagtige Streepjes op
3. eenen bruin roflen grond. In Fig. 3 ziet men de inwendige Geftalte, ,en hoe
het Scharnier zig geheel aan *t end bevindt; waar uit dan blykt hoe zy gaa-
pende zig als een la n g o f Chineefche Baardnyper, gelyk R u m ph iu s zegt,
kunnen vertoonen. De holligheid is eenigermaate Paarlemoeragtig.
D e r d e P l a a t .
mof™ van de Tiende Haat, in ’t Eerfte Deel, is gefproken
bandie 7? " TurVchs Tulbandjes, en hoe dezelven van de Soldaaten verfchillen. Het
Tab. ui. °orntJe van Fig. i . , dat weezentlyk een Tulbandjeis, munt uit door de
**% aanmerkelyke byzonderheid van aan den Top zuiver Oranje-kleur te z y n ,
Fig. i. terwyl de onderfte winding zwart is , doch waar door men, hier en daar, eenig
Paarlemoer ziet blinken , als zynde de uitwendige Huid wat afgefchaafd.
Ook is die Oranjekleur, van boven, *er zo wel eigen aan, als het zwart van
onderen. Zy worden tot de Tollen ([Trocbi) t’huis gebragt. In veelen is de
Top veel bleeker o f maar enkel geel.
Bloedige Onder de Halve Maan Hoorentjes o f Nerieten, die niet zeer groot vallen
Tanden, en waar van reeds eenige afgebeeld z yn , komen’ervoordieindeezebyzonder-
' “ eid uitmunten, dat zy van binnen aan het Mondfluk met Bloedroode Vlakken
zyn, die maaken, dat menze, zeer natuurlyk, Bloedige o f bebloede Tanden
noemt. Van deeze vindt men by d’ARGENviLLE, onder den naam van
}Juenottes Sanglantes, gewag gemaakt.
£i!iïob' 7 , ? e H° ° jen,van •% 3 , is vry veel zeldzaamer. Men noemtze de Geknob-
gebin - J U en S É ^ '^ É É N S f e wa.ar van in ’c Werk van R om ph iü s een goede,
deerde ?c onêekjeurde Afbeelding is. Den naam van Argus hebben zy van de me-
Argus, nigte van witagtige Knobbeltjes als Oogen, die op de Banden zyn, en, omze
Fig. 3. van de gewoone Arguffen, die men onder de Porfeleinhoorns betrekt, te
on