H OOR E N S Yfc S C HUL P EN. iss
Het Doubletje van Fig. 2. fchynt tot de Kous-Doubktten te behooren. Het Dikke
munt door zyne dikte u it, en heeft de Randen van de Klink zeer wyd yan Kouselkander
, bruinagtig gekleurd. Mooglyk zal het de Doublet zyn , welke Dpublec.
L in nasus Fenus Petulca noemt. Van buiten is de Kleur geelagtig. ,g'
Onder die Doubletten, welke men wegens de Rimpels Oude fVyven tytelt, Geplooii
moet dit Doubletje t'huis gebragt worden. Het is doorgaans witagtig; doch Oud
men vindt ’er ook die bruin en blaauwagtig gevlakt zyn, gelyk men zien kan
in de twee bovenfte Afbeeldingen op Plaat 28, in ’t Tweede Deel, die ook
Geplooide Oude Wyfs Doubletten vertoonen. Onder deeze Conchyliën komen
veele en zeer groote Verfcheidenheden voo r , gelyk wy in ’t vervolg
nader zullen zien.
Van die Porfeleinhoorentjes,welke in de Indiën voor Geld gangbaar zyn, isGuinee-
reeds hier voo r, op bladz. 7 , gewag gemaakt. Men noemtze gemeenlyk fcj115
Kauris, en deeze Soort, hier afgebeeld, voert den naam van Guineejjche Munt.
Haar verïchil met die van Plaat 9, welke men blaauwe Kauris tytelt, is zon- ' -
der befchryving blykbaar. Deeze heeft eene geelagtig witte Kleur.
T o t de allerkleinfte Soort van Porfeleinhoorentjes, welke wegens de Figuur Starretjes,
der Stippelen den naam van Starretjes voeren , fchynt dat van Fig. y , op F'S- 5- 1
deeze Plaat, te behooren. Het zal eene verfcheidenheid zyn van die, welke
B o n a n Ni aanmerkt voor Geld te gaan op de Philippynfche Eilanden. De
Kleur is bruinagtig rood, met eenen geelen Glans, en de Stippen op de Rug
vertoonen zig als Starretjes.
V y f - e n - t w in t i g s t e P l a a t .
De Doublet van Fig. 1 , op deeze Plaat, verfchilt van die, welke op deceyion-
Een-en-twintigfte Plaat in ’t Tweede Deel afgebeeld is , niet dan in groottefcbeZon.
en in de verandering van Kleuren. Die men aldaar vindt hadt roode Stree "eftiaal-
pen op een geelen en deeze heeft geele Streepen op eenen roodagtigen xxv.***
Grond. Deeze en nog meer Verfcheidenheden komen onder de Ceylonfcbe Fig. ï.
Zonnejiraalen voor.
Niettegenftaande die Rivier-Schutoen, waar in men Paailen vindt, groo- paari-
; ■ E 3 telyks Moffel.
Fig" 2.