
Banket
Hammetje.
2 V E R Z A M E L I N G van
te behooren tot de Bacaflan-Doubletten, doch dezelven hebben doorgaans
eenig blaauw o f Violet. De Grondkleur van deeze is doorfchynend wit, met
geele Streepen en Banden.
Niettegenflaande de Ham-Doubletten een geheel ander Geflagt uitmaaken ,
voert doch dit Doubletje, waar van de eene helft in Fig. 3. van binnen en
in Fig. 5. van buiten vertoond wordt, wegens de Geftalte den naam van Ban-
I'ig- 3 > 5. ket-Hammetje. Het is aan ’t eene End zeer fmal, aan ’t andere breed en rond,
gelykende dus vry wel naar een Hammetje. Ook hadt R u m p b io s deeze Doubletten
reeds aldus getyteld. Zy vallen zeer dun van Schaal, en behooren dus
teregt onder de Dunfchaalen o f Tellinen, die men ook wel den naam geeft van
Scheeffchaalen. Van binnen zyn zy hoogRoozekleurig, meteenige witagtige
Straalen; van buiten z yn zy ro o d e r , en niet alleen geel gerand, maarookmet
geele Streepen doorweven. Het Scharnier is geel. Men vindt ’er ook van dit
flag, die geheel rood o f geel agtig, en die vuil wit zyn, en eenigen hebben een
Haakswyze kromme Punt.
De Doubletfchulp van Fig. 4 , behoort tot de Zonneftraalen, waar van in ’t
Eerfte Deel reeds eene Afbeelding is gegeven; doch zy verfchilt van de ge-
woone rood en geel Geftraalde aanmerkelyk, zo wel als van de blaauwe en
Roozekleurige, en kan ook geenszins tot de Ceylonfche Zonneftraalen, waar
van in ’t laatft van dit Vierde Deel eene vertoond zal worden, behooren. De
Geftalte doet zien, dat het insgelyks eed Telline o f Dunfchaal is , meelt naar
die van Fig. 2. gelykende. De Kleur is meeftendeels paarfchagtig rood, met
geelagtig witte Straalen, en een breeden witten Band, die langs het midden van
de Schulp loopt. Waarfchynlyk zal de afkomft ook uit Ooftindie zyn.
D erde P l a a t .
Roode
Zonne-
ftraal.
Fig. 4.
Admiraal. Een der voortreffelykfte ftukken is de Toot, die men in ’t midden van dee-
T ab. ze Plaat afgebeeld ziet: Dezelve voert deswegen, al van ouds, den naam .
JII. ***
Fig. I .
van Mmiraal, en het is een echte Ooftindifche, zeer fchoon en hoog van
Kleur. De regt Kegelagtige o f Tolswyze figuur van dén T o p , die in andere
Tooten platagtiger is o f een Ipits Puntje in ’t midden heeft, onderfcheidt de .
Admiraalen. Dit heeft evenwel ook plaats in andere Tooten, gelyk in de
Kaas-Tooten en die men Mennifte Tooten noemt, maat her Kenmerk der Admiraalen
beftaat bovendien in de Kleur der Oppervlakte, die geelagtig bruin is ,
met wat bruiner ihialle Streepen, de Toot omringende en doorzaaid met een
menigte van witte Vlakjes. Voorts heeft deeze T o o t, doorgaans, drie geelagtig
witte Banden, de eene aan de Punt, de andere om,den Top loopende,
en de derde in ’t midden. Wanneer door deezen middeiften Band een bruin
Snoertje loopt, dat met witte Vlakjes afgebroken is , gelyk in Tig. 2. op d e
Agtfte Plaat van ’t Eerfte Deel, dan noemt men ze Opper-Admiraalen. De
tegenwoordige heeft dit laatfte niet, en voert daarom flegts den naam van Admiraal,
niettegenflaande zy door haare geele Kleur uitmunt, en door haare
witte Banden zeer verfierd wordt, gelyk zy in de witte Band ook geele Ruit-
jesheeft. In ’t vervolg zullen wy Weftindifche en andere Admiraalen vertoonen.
Van dergelyke Doubletten , als die in Fig. 2 is afgebeeld , worden door
afp
w s r