
i m m m
Top doorgaans wit. Zy is aanmerkelyk wegens,een grooten, fpitfen Tand,
die aan het onderfte der Opening nevens het Geutje uitfleekc. Men-vindcze
by geen Autheur afgebeeld of befchreeven: want zy zytrook van de gezegde
Eilanden afkomftig (*').
De Franfchen hebben aan de Hooren van Kg. 2, den naam van B'uccin feuilleté Granaat-
gegeven, dien men, derhalve, in’t Nederduitfch gevolgd of met Gebladerde Pe -
cyn vertolkt heeft: doch dezelve is zeer oneigen. Deeze Hooren, naamelyk, '«■
behoort, wegens de ronde Mond-Opening, tot de Purper- en geenszins tot de
Kinkhoorens. Wy noemenze Gebladerde, om dat de Oppervlakte, dwars over
de Gieren, bezet is met opflaande Blaadjes. Naar dat zy deeze Blaadjes
breeder o f fmaller hebben, en tevens grooter o f kleiner zyn, worden zy meer,
of minder ge-eflimeerd. Men heeft ’er nu onlangs, wegens de rondte, en
wegens de vierkante Hokjes, in welken de Oppervlakte door zekere Dwars-
Ribbetjes is verdeeld,, den naam van Granaat ■ pel aan gegeven. Ik wil
niet ontkennen, dat zy daar eenigermaate naar gelykt, en zal derhalve die be-
naaming aanüaan. De Kleur is van buiten groenagtig Afchgraauw, ziende
fomtyds wat uit den geelen; van binnen hebben zy den Mond paarfchagtigr
Zy vallen veel grooter (t).
Dat ’er een menigte Verfcheidenheden van Mbflèlen zyn , is ons op de Vyf- Geribde
tiende Plaat van dit Deel gebleeken. Onder dezelven komt ook een Soort van Moffel.,
Magellaanfche Moffelen voor, die zeer groot v alt, en ongemeen fierlyk ge- Hg 3»
kleurd. Veelen krygen deeze fierlyke Kleur door het afilypen der Ribben,
welken dit Exemplaar nog Natuurlyk heeft, zynde niettemin zeer fraay, don-
kerblaauw, uit den Violetten gekleurd. De Ribben worden in ’t zelve van zekere
Banden doorfneeden, die met den Rand evenwydig loopen, zynde waar-
fchynlyk de aangroeijingen o f aanzoomingen van de Schaal. Zy is naar t
Scharnier toe wit o f Paarlemoeragtig uit den geelen. In breedte en platheid
overtreft zy de anderen zeer veel. Zie hier, wat in de befchry ving van den
Reistogt der Franfchen., naar de Malouines: o f Magellaanfche. Eilanden, gezegd
wordt (§).
■ Vier Soorten van Moffelen komen hier overvloedig voor; de gemeene,.
naamelyk, de Magellaanfche, en twee andere Soorten , die van beiden in
„ Geftalte verfchillen. Onder de Magellaanfche of Koninginnen der Moffelen,
, , heb ik ’er gezien, wier Schaal v y f o f zes Duimen lang was en drie Duimen
„ breed. De genen, die men afrukt van de met Ebbe droog loopende Klip-
„ pen, zyn gemeenlyk gevuld met Paarlen , waar onder taamelyk fchoone
„ voor-
CD Nat. Hifl. als vooren bl. 214; (t) Dezelfde bladz. 291.
CD Journal Hiftorique de Mr.. Peznet. Berin 1769. Oétavo. Tom. II. bl. 55S