
Kaaps
Ezeltje.
F ig . 3.
Blaauw
Porfeleintje.
fïg. 4.
Gefnoerd
Tulbandje.
fig- 5-
telyks van de gewoone Zee-Moffelen verfchillen, geeft men ’er doch dien
naam aan, en noemtze Paarlmojfelen. Z y zyn van eene geheel andere Gehalt
e , hebbende het Scharnier niet aan ’t end maar op zyde , en , fchoon zy
aan de Enden niet gaapen, worden zy evenwel tot bet Geflagt der Gaaperen
o f Gaap-Doubletten betrokken. Haare Kleur is van binnen blaauwagtig wit ;
van buiten zwart o f bruinagtig, en onder dit bekleedzel is de Schaal Paarle-
moeragtig. Tot deeze Soort moet men die Rivierfchulpen van de Elfter in
Saxen t’huis brengen, waar in men zeer groote Paarlen vindt, die in waardy
weinig verfchillen van de Orientaalfchen. Zodanige fchoone Paarlen komen
ook fomtyds in Sweeden voor, alwaar aanzienlyke Viffcheryen zyn geweeft van
zodanige Moffelen. De Paarlmoffel, door D is t e r afgebeeld, badt de dikte
van een Oeilerfchulp , .en was omtrent een half Voet lang en ruim half zo
breed. Deeze leveren de zogenaamde Schotfche Paarlen uit. Men ziet hier,
in Fig. 2, de Gehalte van een zodanige Schulp , die twee onrype Paarlen,
digt aan den Rand, bevatte. Men kan deeze Schulpen, in Saxen, niet ligt
bekomen , om dat ’er zo naauwe toezigt gehouden wordt op derzelver Vis-
fchery.
Het Porfeleintje van Fig. 3,, is onder den naam .van Kaaps Ezeltje zeer
bekend. Het heeft drie bruine Banden op eenen blaauwagtig o f zuiver witten
Grond. Men kan deeze Hoorntjes voor weinig Gelds in menigte bekomen
, om dat zy ons rykelyk uit Indie worden toegevoerd.
Het blaauwe Porfeleintje van Fig. 4 , is daar van, in Gehalte , als veel
hooger Rug hebbende, en tevens in Kleur, verfchillende. Op eenen blaauw-
agtigen Grond heeft het eenige .geele en zwarte Vlakjes, hier en daar ver-
lpreid.
Het laathe Hoorentje, van deeze Plaat, kunnen wy niet beter dan een
Gefnoerd Tulbandje of Tolletje noemen. Het behaat als uit een gedraaide
Wrong van roode en witte h o f, welke zig opwaards tot aan den Top verheft
en van een gefcheiden wordt door een foort van Snoer , ’t welk tus-
fchen de Gieren legt. Deeze drie laathe Hoorentjes kan men tot het Speculatie'Goed
betrekken.