
Sr. Domingo
'
Schulp.
2 .
Robbe-
Tong. 3-
en met eenen gladden draay, . a ls. een Wormhuisje, eindigt. De Kleur is
Sneeuw - wit. B : : : ; ; I - ,
‘ De Schulp van Fig. 2. is de helft van een Doublet, daar men den naam van
St. Domingo , de plaats haarer af komft, aan g e e ft: ook noemt men ze wel k t e
'Venui-iabaar. De Venus-Labaaren wórden', gelyk wy gezien hebben' ,-door
afflyping van zodanige Schulpen geformeerd. Ook kan men, de Schulp tegen
’ t Licht houdende , daar' de géele Kleur zien doorfchynen , welke de Vernis-
Labaaren zo ongemeen vërfiërt. Én , gelyk fommigen derzelven een zeer
fraaijen Appelbloeffem rooden * Zoom hebben , zo zyn deeze St. Domingo-
fchülpen , ruuw zynde, ook dikwils daar mede getekend. Hier is de geheeld
Oppervlakte met een fierlyk Netwerk, van overlangfe en dwarfe Ribbetjes’,
doorweven en geheel wit van Kleur , hebbende alleenlyk van binnen. e,enig
paarfch of rood. Deeze Doubletten zyn rond van Omtrek en vallen wel een*
•zo breed. • ■ .
Driederley Doubletten zyn ’er , die van zekere aamnerkelyke ruuwheid van
dé Schaal V d e ’naaftvoörgaande overtreffende haaren Naam hebben. ; Éene
derzelven hoëmt 'mén de Sagryn-Doublet, én deêze is , op de TWéedë Plaat
van ’t Twéede Deel dêezes Werk* , reeds zeer fraay vertoond: Hier vaff ver-
fchilt deitégenwbdrdige van Fig. % , doordien zy.niet. fcKèef-, maar byna-voi-
maakt Cirkelrond is van Schaa l; gelyk zy tevens^ de Sagryn- Doublet; in-
fuuwKeid'overtreft. Dé derde, nog ruim zó ruuw, noemt men de-Katte-
T o ’ng o f Ys-üoub lct, welke -ftraks zal volgen. Wy noemen de tegenwöor-
digé dé Robbè -Tong Doiélei.- Ook geeft men ,-’er wel den' naam aan van Sa-
gryné Tyger-Tong.' De Oppervlakte is bezet met halfmaans.wyze Schubbetjes ,
die in ’t verband ffaan , met- de holte naar den Omtrek.- Deeze verkleinen
-allengs naar:’t Scharnier toe,.en -maaken de Schaal op V gevoel zeer ruuw.
| Niettëgenftaahde de Franfche naam Oublies veel eigener is voor dèeze 'nu
èërfl: bekend geworden. Conchyliën, in Fig, 4 en 5 op deeze Plaat vertoond,
zo hebben wy doch den Nederduitfchen, dien men ’er am gegeven hééft, van
■ Magëttaanfche ICicvit's ■ Eycren , willen, behouden. Naar Obüën , dat zekere
' dunne ronde platte opgerolde Wafeltjes z yn , gelyken zy volkomen : doch
„verft:hiHeft van de Qpgeroide Kaneelviafeleri-, welke men reeds eenige. Jaaren
gekend heeft. Deeze niettemin komen ook naby aan de zogenaamde Kië-
vits-Eyeren, welke bekend en gemeen zyn, in ’t l . Deel op Plaat 8, en hier
yoor op Plaat 21 , vertoond. Het verfchil met dezelven is uit vergelyking
der Afbeeldingen blykbaar. Deeze loopen naar den Top fmal enVeïwyden
?jjg aan ’t andere End dermaate, dat men de geheele holte, van onderen ten
V-' ; c m
Magel-
laanfche
Kievit«-.
Eijeren.
fig. 4 ,!