
H 0 0 RE NS en S CHU L P E N. i?3
Z e s - é» - d e r t i g s t e P l a a t . . ,
Na.dat wy de Paardevoets-Doublet., welke de Franfchen Fe\iUle.dè.,Chpttt dat Gedoori.
is Koolbladheete,n , die i n ’t Eerfte D e e l, Plaat 22;, F i g . 1 , 2.,, zeer fraaydéTatr.
verbeeld w a s , hiervoor in ’t VI. Deel , Plaat 9 , nog eens gellooten.hebbant ab. .
vertoond ,;<zal niemand aan de reden der benaaming twyfelen. D,eraare Dou-xxxvr.'
biet van\Fig.. 1 , op deeze Plaat, heeft ’er de Kenmerken van , gelyk uit de *
voorzyde.,* in,-i%. 2 , ■ b ly k t , .doch is tevens gewapend met lange' Takken ($Bg '* 3v
Ddornen, die zeerongèlyk., -:maar in fommigen, gelyk deeze,.uitermaate lang
z y n , (taande op de Ribben , :die van 't Scharnier af nederwaards.naar. den Onj*
.trek Jpopenó: Taflehen dgeze R;ibben is de geheele Oppervlakte bezet met fyne
ingedrukte-iStippen, die weezentlyke Kuiltjes maaken. De Kleur is geheel wit.
Zy komen-uit-Wêftindje.. . .; .,
Hier volgt een Nagei-fehulpje,zyrtde de helft van een Doubletje van deezenNogeï.v
naam.,. dat gen zeer klejne foqrt is.:van de Fonteinbakken, waar.wy bladz.-yd/^V'Ej* ‘
in ’t'I.,Dee!;, van gefproken hebben. , Aldaar werdt, PI. '19- j. ,een Gefchubde
vertoond ,-.eihdit:Schulpje geeft een .voorbeeld van;de;Gladde. o f Ongefchubdo
N a gel Dpublet fchulpen, . . . „ . ,
■ HerTophoorontje van Fig. 4- ., heeft langs .den rand en, in cje ftmenvoegirgGekepé'rfj
van de Gieren-eep Koordje o f K ep e r, ’t welk tot. verliering daarvan ftrpk.t,'Tophoö-.
en hef isjook.fie.rlyk-gedrasjd en.getppt.. .Wy"Jioe,roen het, derhalve, .gpn ' •'
Jftpetd'Tf^ihoorentje. . .r. ; . ..t
D a t : van Fïg.,5 , op ’t midden deezer Plaat,-kunnen wy-gevoegjyk de Sitf-Snikeé' .
kerpnt noemen. Het-is zo aanig geribd en gedraaid, dat het-, de Zilveren??'' ■
Werkftnkkenrvan dien aart befchaamt. . . f ’ *
,’Z e .v e n .H|N-d e r t i g s t e . P l a a t ..
Wegens de -uitwendige Geftalte '• behoort de- Hoofenjy die het ffiiddèn Vah -jvirte ; :
deezb Plaat beflaat-, tot de'.Spillén,-. en wel tót de Geknobbelde-Spillen, ■ waar vahGsbiob- *7
iri ’t Derde 'Deel. de A f béeldingen voorgefteld zyn-j.doch de<drié PTöoijêri,spil.
welken zy; inwendig aan den 'Spil’ heeft', betrekken''haar tot'de' V'ohnnén'vanT/m. ;
E innaeus,' én z y ’fcfiynt wel riaaft tëkóirien aan die‘Soort., daar hy den bynaam'3^ ^ 1^
vanr-Pynm-, dat is 'Peer, -aanjheêft g-ëgeven. t -Zy heeft de Gieren-'altemaaLëh *
e v e t ’t geheel fyn gegroefd en fterk geknobbeld tót aan. dén T o p , die ftom.p.is^*.^
>en>