
HO O RE NS e n S C H U L P E N . ii 7
Z'wavelgeelagtig is ,met dat van G ualthebi, Plaat 75. Eg. C. nagenoeg over- Wip
een. Volgens het Scharnier behoort het tot de Hart - Doubletten. .0or(MPHet
Witte Oorftelpje, in Eg. 5 van de binnenzyde afgebeeld, vertoont de Fig. 5.
reden der benaaming., waar van wy in de verklaaring van de Zeventiende
Plaat van ’t Vierde Deel gefproken hebben. Het is van buiten zo wel als
van binnen wit, en dus zeldzaamer dan de geelagtige : zie d’ARCENv. Plaat
3 . Fig. C.
V e e r t i g s t e P e a a t..
Niettegenstaande ’er op de Agtentwimigfte Plaat van het Vierde Deel ,Nepmrms
reeds een Neptunus - Schaft, die men in het Franfch ook wel 1’ylrro/oir,dat is®chaft-
Gieter, noemt, is afgebeeld, vertoonen wy hier op bruine Grond nog eene, «' » '
welke wat korter is doch veel fraaijer gekroond. Men ziet hier duidelyk hoe ï *
veel bekwaamer de bruine Grond is dan de witte , om witte Conchyliën in pig_
Plaat te brengen. Voor het overige zeggen wy thans niet meer van dit
Stuk.
De Halve- Maan Hoorens, van Fig. 2 , 3 , behooren tot de Getepelde Eijer- Wiue
doiren, verfchillende van die in ’t Vierde Deel, op de Zefde Plaat, voorko-Hal',e-
men, alleenlyk door haare Witte kleur. Men noemt ze derhalve ook wel i'?aan
frttte Kijerdmjers. De Mond - openmg wordt m de eene, de Rug in de an- Fig.i,
dere Figuur vertoond.
De Witte Smitpcnnen van> Fig. 4, 5 , verfchillen in geflalte weinig o f niet witte
van degeelagtige o f geftreepte, in 't Derde Deel Plaat 20, Fig. 3 , vertoond.SniJit-
Zy zyn ook aan den Rand-der Gieren met Groefjes ingefneeden en dus eeni-^"™V.
germaate gekarteld.
Laatftelyk zyn op deeze Plaat twee Witte Krulhoorentjes in Afbeelding ge- witte
bragt. De Krulhoorens vallen, gelyk wy in ’t Eerfte Deel van dit Werk enKnahoo-
elders meer dan eens gezien hebben, ongemeen verfchillende. Men heeft
bruine, geele en bonte. Ook zyn ’er Witte , veel te groot, om op de Plaa-
ten van dit Werk voergefleld te worden, die zeer fterk getakt en gekruld-
voorkomen. Van deeze geeft het eene Hoorentje, in ’t klein, een Schets-,
terwyl het andere veel minder gekruld , doch op eenen Witten Grond fraay.
geelagtig bruin gebandeerd i s , en daar mede wordt dit Werk beflooten.
Y 2 Voorts