
den Rand des Monds, gelykende naar dien der Slakhoorens. Voorts is de
bruine fpikkeling op den vaalen Grond zeer aartig. Men moet aanmerken
, dat dit Hoorentje hier op zyn plat is afgebeeld , zynde niet half zo
dik als deeze breedte, ’t Gelykt ook eenigermaate naar de Midas-Ooren.
Gedraaid Nog kleiner is dat fraaije Hoorentje van Hg. 4 , ’t welk de laatftgemelde
remje. Hutheur met den naam van Valuta tomatilis fchynt te bedoelen. Het heeft,
Fig. 4. naamelyk , aan de Spil, van binnen , ééne Plooy en is van buiten als op
den Draaybank gedraaid , met breede witte Banden op een bleek paarfch-
agtig Vleefchkleurigen Grond, en zeer Ipits van Xop. VVy noemen het, derhalve,
Gedraaid Hoorentje.
Trom- Onder die Pennen , welke men Trmnmelfchroeven noemt, is een aanmer-
fchroef. kelyk verfchil. Men vindt ’er die de Gieren rond en byna effen hebben; men
Fig. j. vindt ’er die de Gieren overlangs geribd hebben, en wel fommigen zo fcherp
geribd , dat men ze , in ’t Franfch , Vis a vives Arrètes tytelt. Van het
eerfte flag ziet men reeds een voorbeeld in de witte Trommelfchroef op de
Agtfte Plaat van het Eerfte Deel. Daar tegen ziet men ’e r , op de Negentiende
Plaat van het Derde Deel, eene, die bruin is en twee verheven Ribben
heeft ; 'weshalve zy wel de Dubbelde Trotnmeljchroef genoemd wordt.
In deeze, van de tegenwoordige Fig. 5 , is eene fcherpe Rib langs de Gieren
, die merkelyk uitfleekt by.de overigen. Het Stuk munt in compleetheid
uit en heeft eene geelagtige Beenkleur. Men vindt ’er die byna eens zo
lang zyn en dik naar evenredigheid.
Mal. Die Pennen van Fig. 6 , vallen ook veel grooter, doch zyn zelden zo hel-
der gekleurd a' s deeze > welke wy derhalve hier vertoonen, niettegenflaan-
de ’er reeds op de Drie-en-twintigfte Plaat van het Derde Deel in Afbeelding
zyn gebragt. De reden der benaaming is aldaar, bladz. 112 en 1 1 3 , verklaard.
Sommigen noemenze ook wel Elfen, in ’t Franfch Jlénes, om dat zy
naar een Schoenmaakers Els gelyken zouden : doch dit hebben zy met de
Tygerpennen , Naaldepennen, en anderen, gemeen , en de groote dikte
fchyntze daar van te onderfcheiden. Het Dier, zegt R u m ph iü s , is wit en
zeer taay van Vleefch, onbekwaam om te eeten. Men krygt deeze Hoorens
uit Ooflindie.
T win