
Andr. Cftoffér Jcutys.
E e n - e n - T w i n t i g s t e P l a a t .
Op de Dertigfte Plaat van het Eerfte Deel zagen wy een Getakte, op Gedroogde
Zevende van het Tweede Deel een Gebraade, doch deeze van hg. ‘ ■ *IBeer-
noemen wy een Gedroogde Peer. De geftalte is , inderdaad, Peeragtig eij d eXxi.
rimpeligheid doet ’er den naam van gedroogd te regt aan toeeigenen, h - * »_
welPdeêHooren, wegens haaren dikken Rand aan de M o n d opemrig e n/^. i ,
groote overeenkomt! met de Voethoorens heeft, doch de Geftalte on
fcheidtze daar van ten hoogfte. De Klgur is uit den bruinen geelagt.g.
' In onderfcheiding van de Knol, o f Papieren Knol., een dun chaal.ge geel-Ryp.
agtige Hooren, in de Vyfde Figuur op de Negentiende Plaat i n t Eerfte
Deel naar ’t leven vertoond, noemen wy deeze van Fig. 2. de Raap, en de
zelve heeft, inderdaad, de Geftalte van een Raap, zo wel als die andere
V3Deeze Hoorens, van fommigen ook Getakte Knollen genoemd wordende,
zyn niet gemeen: zy hebben eene bleek graauw geelagtige eur, en zy
op de grootfte winding, met eenige Puntjes getakt. Van binnen hebben zy
d^ n ? r v e Srllaea S igdeWr1 Tweede Plaat van het Eerfte Deel fpraken V & f c Q g S
ftandig van de Pofthoorentjes, dat Landflakken zyn uit Ooftmdie, zo wel ° Qftde
als deeze zeer fraay gebandeerde en getekende, Fig. 2, 3 , 4. tnet een wy hoorent.
den Mond, daar men den naam van Pojlhoorentjes niet aan weigeren kan, hoe-jes.
wel fommigen die ook Belfiakken noemen, Ongemeen fierlyk zyn zy bruin Fig. 3,4-
gebandeerd op een witten Grond, en fommigen daar tuffchen zeer fraay
geftippeld; zo dat zy , niet tegenftaande haare kleinheid, een deftige Ver-
tooning maaken onder de Conchyliën r
In de befchryving van Plaat 20. op bladzyde 70. van het Tweede
ken wy van den Glans, dien de Bacas[an-Doubletten , aldaar ruuw a g Bacaslatïdoor
het afhaaien en polyften verkrygen; waarvan Fig. 5 , op de tegenwoor- Doublet
dige Plaat, een goed denkbeeld geeft. Deeze Doublet, naamelyk heelt d u s ^ .5.
een zeer fchoonen rooden Glans, waar by het blaauwe o f Violetkleurige aan
’t Scharnier zeer fraay affteekt, maakende dus een der fierlykft gekleurde
D Vanetden Kompas Doubletten, wier eene helft breede roodagtige Straalen
heeft, en de andere geheel wit is , daar wy op bladz. gig m t berjte ueei , deKom,
van fpraken, geeft ons de zesde en laatfle Afbeelding, op deeze Plaat, eenpas.
___,1 IV. loof 1 I J-—- 1 . - *
L T w e e -
k
I I . B.