
Eirondblad/ige Leeiewenbek.
Eoogduitsch. Unachtes Ldwenmaul. Groszblumige Erdwinde.
Engelsch. Round-leaved Snapdragon.
Bloeit. Ju ly , Augustus. ©.
Didtnamia Angiospermia. Tweemagtigen Bedek tzadigen.
Natuur l. Orde volgens linnaeus XL. Pcrsomtae. Scrophulariae juss. Scropularineae R. brown.
Aniirrhineae DC.
Geslacrts- kenmerken. Zie bij de vorige Plaat.
Soorteltjke kenmebken. Foliis subrotundo-ovasifl obtusis iutegerrimis, caulibus procumbentibus diffusis,
calcari corollae incurvo, pedunculis villosis. Rondachtig-eivormige, stompe, gaafrandige bladen, neder-
liggende, uitgespreide stengen, het spoortje van de bloemkroon gebogen, de bloemsteeltjes behaard.
De steng gaat uit het midden regt op, maar is overigens over den grond uitgespreid; even als dit bij
de hiervoor beschreven soort plaats heeft. — Over het algemeen is dezelve sterker behaard, de bloem-
steeltjes zijn minder lang, de bloempjes grooter en donkerder van kleur, de kelkblaadjes meer eirond.
De letters a , c , d , e, f en g toonen kier hetzelfde aan, wat zij in de vorige Plaat aanwijzen. De
van het gewone zoo zeer afwijkende vorm van de bloemen van den Vlas-Leeuwenbek, in dit werk
op Plaat 177 (Dl. III) of geheeld, is door den Heer van der sande lacoste , in de nabijheid van
Utrecht, ook bij deze soort waargenomen geworden.
Groeiplaatsen. Op zware kleigronden bij Utrecht, onder Werkhoven, Houten, Bunnik, de Méént,
Julphaas en Maarssen, in de Provincie Utrecht. Te Elderik en Wehl in het Graafschap Zutphen, in het
Haagsche bosch, bij Haarlem, Nijmegen en Zwolle. Op Zuid-Beveland, alsmede in de omstreken van
Naaldwijk, in Zuid-Hol land, groeit dezelve veel, doch aldaar evenwel minder dan Linaria Elatine. (*)
(*) Antirrhinum .ipurium £.