
GEUM RIVALE.
Knikkend Nagelkruid.
Hoogduitsch, Wasser Geum. Wasser Benediktenwurz. Bach Nelkenwurz.
Engelsch. Water Avens, Childing Avens.
Bloeit in Mei en Junij
Icosandria. Polygynia. Twintighelmigen. Veelstijligen.
Natuurl. Ord. volg. linn, XXXV. Sentieosae. Potentilleae. Juss. Fragariaceae. rich.
Dryadeae. vest. Rosaceae. DG.
Geslachts-kenmerken. Galyx 10-fidus. De kelk 10-deelig. Petala 5. Vijf bloembladen. Semina
plu mosa. Gevederde zaden.
Soortelijke kenmerken. Floribus nutantibus. Neêrgebogen bloemen. Petalis fere longitudine
calycis. De bloembladen bijna zoo lang als de kclkslippen. Aristis plumosis medio torlis. De naalden
der zaden gevederd en in het midden gedraaid-.
Zoo als men u it vergelijking van D. I. pl. 46 zien ka n , b lijk t aanstonds dat deze p lant
slechts zoodanige kenteekenen d ra a g t, als haar, volgens onze kunstbepalingen, van het
gewoon Nagelkruid niet meer dan soortelijk onderscheiden doen zijn. Even eens z ijn de
bloemen van eenen 10-deeligen kelk omgeven: met 5 grootere en 5 kleinere blaadjes, a;
even eens heeft men hier een, niet ju i s t bepaald, aantal van op de kelkslippen inye-
. plante meeldraadjes, welke bij b , in den van de bloembladen ontdanen kelk, gezamenlijk
, bij c slechts voor een gedeelte binnen den kalven kelk voor gesteld z i jn ; even zoo
z ijn hier verscheiden stampertjes, d. Maar deze, en aldus ook naderhand de vruchtjes
o f zaden, waarvan een, r ijp , bij e a f geheeld i s , bevinden zich hier op een z u il-
vormig ligchaam geplaatst, waaraan men den naam van Vruchtdrager geven kan, f. De
neêrhangende bloemen, met grootere, omgekeerd eironde en duidelijk van een nageltje
(Unguis), g , voorziene blaadjes, rigten z ic h , nadat de bevruchting geschied i s , op.
De wortelbladen z ijn minder regelmatig liervormig-gëvind, die aan de steng meer
o f minder gesteeld en meer drie-deelig dan drievoudig. De wortel strekt zich
waterpas u it.
Groeiplaatses. In Vriesland, meese, maar ook volgens opgave van den Heer bruinsma, namel
i j k op bet kerkhof te W ijk e l, aan den weg. bij Slooten, bij Langweer en nabij Friens• Achter
IVarmond, mulder, en bg Dordrecht, p. s. sghull. . Voorts overvloedig op Oostbosch, bij Voorschoten,
in het Beekbergeriooud bij 'Apeldoorn, en in het Ulvenhoutsche Bosch bij Breda:
p . M> e , gevers DEYHOOT, j . -wttewaal , kuyper vas wasCHPEKNiNG en zelf (1642). Naar aantee-
kening van den Heer van den bosch is zij, door den Heer van der gryp, ook op het eiland
Schouwen gevonden.
Geneeskracht. Door sommigen, onder anderen door bergius, is aan den wortel, ofschoon in
eenen minderen graad van werkzaamheid, eenerlei vermogen toegeschreven geworden als aan dien
van het gewoon Nagelkruid'.
Huishoudelijk gebruik. Gleditsgh noemt haar onder de planten tot looijen geschikt. Zg wijst
een onvruchlbaren grond aan; zoowel tot bebouwen als beweiden ongeschikt. Het zaad rijp zijnde,
wijst den tijd aan, dat het gras zou moeten gesneden worden, om te hoogen. Linn. Fl. Suec.