
Gewoon Glctskruid.
HoogduiUch. Gemeinés Glaskraut. Pelerskraut. Aufrechtes Wandkraut.
Fransch. Pariétaire officinale.
Engelsch, Common Wall-Pellitory.
Bloeit in Jung — Oclober.
----- < < ---------------- -
Natuurl. Ord. volg. linn. LIII. Scabridae. Urticeae juss.
Monoegia tetrandria. Eenhuizigen Yierbelmigen»
Geslaghts kenmerken. Flores polygami. Hermaphroditi; Calyx monophylïus, 4-fidus, campanu-
la tu s; corolla nulla, De bloemen veelslachlig. De tweekunnige bloemen: een éénbladige, 4-sple-
tige, klok vormige kelk, a \ geone bloemkroon. Stamina laciuiis calycis opposita, filamentis transversim
plicatis, elaslicis. De meeldraden, b , tegenover de kelkslippen geplaatst, overdwars gerimpeld, Veerkrachtig.
Germen ovatum, Stylus filiformis, stigma clavato penicillatum. Het vruchtbeginsel eirond,
het stgltje draadvormig, het stempeltje, d, knodsvormig-penseelvormig, c. Semen minulum, nilidum,
ovatum, calyce elongato teclum. Het zaad, e , klein, glanzig, eirond, door den verlengden kelk
bed ek t, f . Flores foeminei: stamina nu lla, caelerurn hermaphroditis similes. De vrouwelgke bloemen
onderscheiden zich door geene meeldraadjes te hebben, maar zijn overigens als de tweekunnige.
Soortelijke kenmerken. Foliis alternis petiolatis oblongo-ovatis utrinque acuminalis, integris,
subtus hirsulis, nervosis. Afwisselende, gesteelde, langwerpig-eironde, aan beide einden spitse, gaaf-
randige, van onderen ruwharige, geaderde bladen.
Deze so o rt, volgens eenige de ware Parietaria officinalis van linnaeus , groeit regt o p ,
en onderscheidt zich reeds hierdoor van Dl. V. p l. 380 afgebeelde Parietaria diffusa
m. et K.; waarmede z ij echter in andere opzigten zooveel overeenkomst hee ft, dat z ij
door sommige kruidkundigen te zamen voor slechts ééne soort gehouden z ijn geworden.
De bloempjes staan op gegaffelde steeltjes, en elk der bloemhoofd/ e s, g , bestaat tevens
u it eenige schutblaadjes, h.
Groeiplaatsen. Bij muren van oude gebouwen en in heggen. B'g de ruïnes van het huis te
Brederode, omtrent de zoogenaamde Vuurmachine te Heemstede, en achter Bloemendaal, in de
omstreken van Haarlem. In heggen omtrent de Echo te' Muiderberg, achter Wassenaar, op
enkele plaatsen bij Leiden , omtrent Schoonoord te Doorn boven Utrecht, en op het voormalige
Patijnenburg ie Naaldwijk. In de omstreken van Breda, kuijper van wascnPENNiNG, en in menigte
aan den voet der ruïnes in het Slotbosch te Oosterhout.
Huishoudelijk gebruik. Zoo in Genees- als Heelkunst is eertijds van deze p lan t, toenmaals bij
den naam van Herba Parietariae, of bij dien van Helxine genoeg bekend, veel gebruik gemaakt;
voor het inwendige voornamelijk als een verkoelend pisdrijvend middel. Overigens vergelijke men
hetgeen, t. even a. p , ook van deze soort bij de beschrijving van Parietaria diffusa m. et k.
reeds gezegd is; waarbij wij voegen, dat ook voorgesleld geworden is om met deze plant de zgde-
wormen te voeden.