
CANTHAREL LUS CIBARIUS Fr i e s (").
Eetbare Cantharelle.
B ijn a am . Gele Champignon.
Hoogduitsch. Hochgelber Pfifferling. Eijerschwamm.
Groeit in Julij en Augustus. ©.
Crtptogamia. Bedektbloeijenden.
N a tu u r l. Ord. volg. i n LXI. F u n g i. Mycetee spreegel. Class. I Hymenomycetee,
Oud. I. P ile a ti fries.
Geslachts- keumebkes. Plicae radiantes, ramosae, subparallelae raro anastomosantes, cum Hyme-
„io undiaue “ ™gero homogeneae et concretae. Stralende, getakte, nagenoeg evenwijd,ge relden
” ° ' linmnkantige P la a tje s , welke met het overal zaadkiempjes bevattende Zw amohes ge-
" “ S T 1! ’ ““ e te gm e id 'z ifn ^ plleus carnosus ant membranaceus, adultus honzontahs detenm-
nalus margine m . f r f 0um sbpite , quando praesens , contiguus. Het Hoedje vleez.g of vhesachtig
opheel o m X e l d zijnde vlak uitgebreid, van bepaalden vorm, en (mdien dezelve aanwezig is) met
Ü e n t e e l z a m ï ïo p e n d e , o. Velum nullum. Geen Randv lies. Asc. majusenh. Groote Kiemh u l-
sels. Sporidia alba. De zaadkiemen wit.
Viielllnns Van kleur als een eijerdojer. Pileo carnoso snbrepando
u l a b T ^ ^ t ^ H o e T e vleezig, aan dèS rand min of meer uitgeschulpd , glad Plicis tumidis. Do
f c gezwoben. Stipite sdido deorsum extenuato. De steel vast en naar beneden dunner wordende
E e r e t ie het Hoedje v la k , hijkane c ir k e lr o n d , en nagenoeg geheel g a a fra n d ig , o doch
vervolgens w o rd t het meer o f m in h e kervormtg u i t g e h o ld , en de ra n d t e g e l ij k e r
t i j d a l meer en meer golvende, b. B i j c z ie t men de p la n t ,n haren a atsten leeft
ijd en h ij d , b ij eene v erticale doorenede, tegen de onderzode v a n het Hoedje a a n ,
m zoo d J v o r m en de r ig t in g va n d e , een w e in ig v a n elkander verwijderde, P la a tj
e s - welke z ic h ve eltijd s n a a r den b u iten ra n d toe in tweeen s p lits e n , b Gel
i j k mede b ij d voorgesteld i s gewo rd en , neemt het binnenste va n de p la n t bij on-
m id d e lijke a a n ra k in g m e t de lu ch t e e n ig z in s eene g e d a c h tig groene k le u r a a n ,
p welke nosftans spoedig loeêr w e g tr e k t. »
f l i r t z e lden vertoont het Hoedje eene e en ig z in s n aar eens menschen oor gelijken d e g e daante
o f doet h e t z ic h onder deze o f gene andere voor welke te zo n d e rlin g i , om
beschreven te kunnen worden. S omw ijlen zoude de gansche p la n t met eene w itte k leu r
aangetroffen worden.
Grop.ipt.aats Dezelve groeit in de sparrenbosschen in het sticht van U tr e c h t, in Gelderland , m
NoordTaband3; overvloedig; bij Heijden aan den Hoogs M orsch, bezijde den straatweg van
dikr naar H a a r lem , en in de woudstreken van Vriesland.
Huishoudelijk gebruik. Sterreek heeft deze plant reeds voor eene eetbare Champignon of K am -
;■ verklaard gelijk ze dan ook in ons vaderland en in Frankrijk en Duitschland als
S u i l wordt opgezameld en gebruikt: het zij op den rooster gebraden of m soepen en pastijen.
Z.H behoort echte^jon» en versch gebruikt te worden, daar ztj anders scherpe buikpijnen en buik-
loon k a r ™ a k i „ , g volgens de® ondervinding van gleuitsch. Zij kan zelfs volgens sterreek
raauw en ongekookt gegeten” word e n , en heeft dan een prikkelenden peperachtigen smaak, waarom do
Duitschers haar gelber P J iffe rlin g noemen.