
EXACUM FI LI FORME S m. (*).
Draadvormige Gentianelle.
Hoogduitsch. Fadenförmiges Bitterkraut.
Fransch. Exaque filiforme.
Eng eis ch. Least Gentianella.
Bloeit Auguslus en September Q*
Na tuurl. Ord. volg. linn. XX. Rotaceae. Gentianeae juss.
Tetrandria Monogynia. Yierhelmigen Eenslijligen.
Geslachts Kenmerken. Calyx 4-fidus. Coralla 4-fida, tubo venlriooso. De kelk 4-splelig. Do
bloemkroon 4-deelig, met buik vormige buis. Stigma capitalum. Het stempeltje kopvormig, c. Cap-
sula bisulca, bilocularis, loculis subbispermis. De zaaddoos met 2 sleuven, tweehokkig, van boven
ppcnbrekende, de hokjes gewoorilijk met twee zaden.
Soortelijke Kenmerken. Caule filiformi, dichotomo. De steng draadvormig, gegaffeld. Foliis
spathulato-lanceolatis , sessilibus. De bladen ongesteeld, spatel vormig-lancetvormig.
D it -plantje komt hier en d a a r , op lage en eenigzins vochtige heigronden, voor, en
wordt er zelfs in v r ij groote menigte aangetroffen, doch omdat het slechts h ij zonneschijn,
en midden op den d a g , deszelfs bloempjes o n ts lu it, gereedelijker voorbijgezien
, dan dat het in het oog valt. Waarbij komt dat het doorgaans kleiner en
minder getakt zich voordoet, dan het exemplaar waarnaar deze teekening gemaakt
i s , en dat het bovendien veelal tusschen o f b ij andere planten groeit.
De bloempjes geheel geopend zijn d e , schitteren als zoo vele gouden starretjes $ bij a
z ie t men een der zelve vergroot, en van het vruchtbeginsel, b , waarmede z i j naauw
vereenigd z i jn , afgezonderd.-— De kelkjes, d , blijven over, en houden aan het benedenste
van de p la n t reeds volkomen zaaddoosjes, e , ingesloten, terwijl aan het
bovenste gedeelte sommige der bloempjes zelfs nog eerst in ontwikkeling z ijn .
Onder sterke vergrooting stelt f een der zaden voor.
Groeiplaatsen. Bij Harderwijk, Logchem en Wildenhorch, tan geuns. Tusschen Poppen en
Hengelo, en omtrent Zwolle, ehrhart. Te Groesbeek bij Nijmegen, de beijer. Bij Zutphen%
van den ende. Voorts is zij door den Hoogl. van hall bij Paterwolde\ in het Drentsche, door
Dr. van der sande LACOSTE, bg Oosterhout, in Noord-Braband, en dooi* anderen, als ook door
mij, op uitgegraven plaatsen langs den straatweg tusschen Zeist en Woudenberg, en bij het opgaan
van de heide tusschen Maartensdijk en Oud-Loosdrecht, in het Sticht v an 'U tre ch t gevonden.
Ook wordt zij op enkele plaatsen in Vriesland aangelroffen, bruinsma , Flora Frisica, p. 42.
(*) Gentianafiiiform