
PO TA MO GETÖN PR AELONGUM Wul f f en.
Uitgerekt Fonteinkruid.
Hoogduit sch. Langgestreckter Wasserspröszling. Langgestrecktes Saamkraut.
Bloeit Mei en Junij %,
Tetrandria. Tetragynia. Vierhelmigen. Vierstijligen.
Jfatuurl. Ord. volg. linn. XV. Inundatae. Ondergedokenen. Potameae juss. Potamophilae
RiGH. Fluviales lindl. Hydrogetones link.
Geslacuts- kenmerken. Calyx nullus. Geen kelk. Petala 4. Vier bloembladen. Stylus nullus;
Geen stijltje. Semina 4. Vier zaden.
Soortgelijke kenmerken. Foliis sessilibus, ex cordata semiamplexicaule basi latiuscule et obtuse
lanceolatis. Ongesteelde, met aan den voet harlvormige halfslengomvattendo, breed en stomp lancetvormige
bladen* Spicis laxiuscule florigeris, longissime pedunculatis. De aren eenigzins wijd-bloe-
mig en zeer lang gesteeld.
Van het bijna uitsluitend in Europa te huis behoorende geslacht Fonteinkruid, welke
waterplant in hare onderscheidene soorten grootendeels in ons Vaderland aangetroffen
w o rd t, is de hier a f geheelde eene welke noch in de Flora van Engeland, noch
in die van Frankrijk voorkomt, en in het ook zoo veel grootere Duitschland zoowel zeldzaam
is als bij ons; doch waar wij dezelve vinden, daar groeit z i j gewoonlijk in
menigte bij elkander.
Even als de overige soorten heeft deze op het gevoel iets kleverigs, hetwelk echter
wanneer z ij droog geworden is niet meer bespeurd wordt. Het benedenste gedeelte
van de her- en derwaarts gebogen steng g e e ft, bij hare geledingen, eenige wor-
telvezels a f , en vormt a l voortkruipende, en op de wijze zoo als b ij a te zien i s ,
op zekere afstanden eene nieuwe plant. Tusschen de half-stengomvattende, eenigzins
huidachtige, glinsterende, gezamenlijk onder gedoken bladen, z ie t men bij b
de vliesachtige, wit-doorschijnende, scheedevormige steunbladen, en op eenen langen
stee l, in eene eindelingsche a a r , een groot er o f kleiner aantal bloempjes, van de
gedaante zoo als bij c . Fóór dat deze zich volkomen geopend hebben vindt men
de meeldraadjes tegen het vruchtbeginsel aangedrukt, d , en alzoo met de meelknop-
je s nog beneden de 4 zoo goed als geheel stijllooze stempeltjes, e , geplaatst.
Eene rijpe v ru ch t, even als de figuren c en d genoegzaam vergroot, z ie t men bij f.
Groeiplaats. Als bij ons inlandsch is dezelve het eerst door den Hoogl. reinwardt bekend
gemaakt, welke haar in Holland vond; alwaar de Heer j . schuurmans stekhoven haar ook bij Leydenr
de Heeren molkenboer en kerbert bij Katwyk-binnen, en de Heer van der sande lacoste omtrent
iSoeterwoude gezien hebben. — In Zeeland en in Vriesland is zij tot heden toe nog niet gevonden,
doch om Utrecht, voornamelijk onder de B i l d , en naar den kant van Zuilen en Maarssen wordt
zij vrij algemeen aangetrofien.
Geneesk. gebruik. Men heeft aan de Potamogetons in het algemeen eene verkoelende kracht
toegekend, doch tot nog toe zich van dezelve mijns wetens niet bediend.
Huishoudelijk gebruik. Is hiervan nog niet bekend, doch waarschijnlijk zal dezelve door runderen
en geiten kunnen genuttigd worden.