
HERN1ARIA CLABRA.
Onbehaard Duizendkoorn.
Bijnaam. Duizend graan. Duizendknoop.
Hoogduitsch. Geraeines Bruchkrauf. Kahles Tausendkorn, Jungferngras.
Engelseh. Smooth Rupture-wort.
Bloeit Julij en Augustus @.
. Pentandria. Digynia. Vjjfhelmigen. Tweestgligen.
Natuurl. Ord. volg. ltnn. XII. Oleraceae. Paronychieae DC., juss. Illeeehreae r. brown.
Geslachts-kenmerken. Perigonium 5-parlilum. Een 5-splelig bloemdek. Stamina 5 , squamulis
filiformibus inlerjectis, Vijf meeldraden, met 5 daar tusschen geplaatste, draad vormige, schubjes.
Gapsula 1-sperma, non dehiscens, périgonio tecta. De zaaddoos 1-zadig, niet openbarstende en door
het bloemdek bedekt.
Soortelijke kenmerken. Caulibus ramosissimis prostrato-repenlibus glabris. Met sterk getakte
nederliggende kruipende, onbehaarde stengen. Florum glomcrulis axillaribus muïtifloris glabris.
Okselstandige, veelblöemige , onbehaarde bloemhoofdjes.
W ij hebben deze 'plant gemeen met het zuidelijke Europa en met Noo rd -Afrika ; waar
z i j , op onvruchtbare en dorre zandachtige plaatsen, zich zoo menigvuldig over den
grond uitspreidt dat die er bij grflot.ere o f kleinere streken als geheel mede bedekt
is. — Somtijds komt dezelve met eenige korte stijve haartjes bezet voor, waardoor
z ij alsdan eenigzim ruw is , doch anders is het voornamelijk hare nagenoeg volkomene
onbehaardheid, waardoor z i j zich van eene andere soort onderscheidt; toelke echter in
ons land tot nog toe niet gevonden is geworden.
De bloempjes hebben, zoo als bij a gezien wordt, 5 blaadjes, welke, wanneer men de 5
onvruchtbare meeldraadjes o f bovengenoemde dra,advormige schubjes, b , voor de niet tot
ontwikkeling komende bloemkroon houdt, den naam van kelk dragen mogen.
Een der r ijp e , grootendeels door het blijvend bloemdek omsloten , zaaddoosjes ziet men
bij c , en bij d het zaad zelf.
Groeiplaatsen. Op dorre zandgronden.— Bij Haarlem, bij Zwolle en Harde rwijk, de gorter;
In de wouden van Vriesland, meese. Omtrent Zutphen, Deventer en Logchem, reinwardt. In
de duinen bij het huis den Deyl en bij Wassenaar, mulder. In Vriesland is zij, bij Gaast, door
de Heeren a. l. de grient dreux en t. spree wedergevonden, bij Breda vond do Heer kuyper van
wascHPENNiNG h a a r, en behalve bij Wig en in g en , Renkum, Heelsum en Arn h em , trof de Hoog-
leeraar van hall dezelve ook onder Darthuizen in het Sticht van Utrecht a an , terwijl zij in die
Provincie door den Heer nijhoff ook omtrent Amersfoort gevonden is geworden. Zelf ontmoette
ik haar op verscheidene plaatsen op de Waarden aaa de Lek en aan de W a a l, op de vestingwerken
om Nijmegen , en op eenen weg van die stad naar het gehucht S t. Anna.
Geneeskundig gebruik. Een afkooksel of een aftreksel van dezelve plagt tegen belette pislozing,'
m waterzucht en in de geelzucht gebruikt te worden, en uitwendig, in omslagen, bediende men
er zich eertijds bij breuken van.
Huishoudelijk gebruik. Is hiervan nog onbekend.