
MARRUBIUM VULGARE
TVitte Malrove.
Bijnaam. Witte Andorn. Malrove. Malrouw. Malnoe.
Hoogduitsch. Weiszer Andorn. Gemeiner Andorn. Dorant. Leuchte.
EngeUch. White Horehound.
B io tit in Augustus en September %.
Didynamia. Gymrospermia. Tweemagtigen. Naaktzadigen.
Natuurl. Ord, volg. lirr. XLII. V'erticillatae. Kransbloemigen. Labidtae Juss.
Geslachts-kermerker. Calyx cylindricus, . 5-10-dentatus. De kelk cylindervormig, 5-10-tandig.
Gorolla calyce paulo lo n g io r, 2 -lab iata; superius angusla, bifida, inferius 3 -fid a , lacinia media
latiore eraarginata. De bloemkroon een weinig langer dan den k e lk , 2 -lip p ig ; de bovenste smal en
2-sp letig , de onderste 3-spletig, en de breedere midden-slip uitgerand.
Soortelijke kermerker. Gaule erecto. De steng regtslandig. Foliis subrotundo-ovatis dentatis
rugoso-venosis. De bladen nagenoeg eirond, g etand, rimpeiig-geaderd. Calycibus 10-dentatis,
dentibus setaceis uncinatis. De kelk 10-tandig, de tanden borstel vormig, gehaakt.
D e , zoo a h bij a aan een afgesneden eind te zien is , m in o f meer duidelijk vierkante
stengen, en de bidden, z ijn met eene witte viltachtige stojfe bedekt $ hetgeen, in schakering
met de gewone groene k le u r , aan de p la n t een aschgraauw aanzien geeft.
E l k der bloemkransen bestaat u it nagenoeg 20—30 bloempjes, welker gedaante,
onder tamelijke vergrooting, bij b voorgesteld is , terwijl men bij cvan boven op en in
een bloempje z i e t , en tevens bemerkt, dat de kelk v r ij sterk behaard, en bijna even
lang is als de bloembuis. — Deze geopend z ijn d e , laat bij d de inhechting van de
meeldraadjes z ie n , welke in vergelijking met het s tij ltj e , bij e , bij zonder klein z ijn .
Overigens nog is de kelk van 10 streepjes voorzien, z ijn deszelfs tandjes van ongelijke
g ro o tte , heeft elk bloempje aan deszelfs voet een steunblaadj e , f , en doet het rijpe
zaad zich bijkans als een Beukenpiije voor, g.
Groeiplaatser. Hier en daau aan de duinkanten, b. v. bij K a tw ijk , bij Scheveningen, en in
hel duin, Staalduin genaamd, nabij aan de Maas, tusschen ’s Gravezande en Maas lands lu is , e n ,
volgens schwercke , bij Wassenaar. —- Voorts bij Deventer , onder Heemst ede bij Haarlem, en be-
zyde den straatweg tusschen Hilversum en *s Graveland, alsmede in Zeeland, doch aldaar zeldzaam.
Gereesk. gebruik. Behalve in eenige andere ziekten, zoo als buiksverslopping, leverziekte en
d aaruit ontstane geelzucht, en tegen sommige kwalen waarin' deze plant eertijds, zoo in- als uitwendig
, gebruikt w e rd , heeft men zich van een afkooksel van dezelve vooral tegen slijmachtige
borstkwalen bediend ; waarvoor dit in Engeland nog altijd een volksmiddel is , en men daartoe ook in
Duitschland het E x tra ctum .M a rru b ii nu en dan bezigt.
Huishoudelijk gebruik. De plant volgens gleditsch tot leerlooijen te gebruiken. — De bijen
trekken honing uit de bloemen. — De schapen zijn afkeerig van de p la n t, gelijk ook volgens lirr. ,
Pan Suec., het overige vee.