
SELINUM CARVI FOLIA L. Mg
Karweibladige Angelica.
Hoogduitsch. Kümmelblaltrige Angelike. Kümmelblatlrige Silge. Wiesen-Oelsnich,
Bloeit Junij—Augustus,
pentandria DiGYNiA. Vijfhelmigen TvTeestijligen.
Natuurl, Ord. volg. linn. XLV. Umbellatae. Umbelliferae juss.
Geslachts-kenmérken. Calycis margo obsoletus. Petala obovata emarginata cum Iacinula inflexa.
Fructus subcorapressi, coslis 3 acutis a latis, valleculis sulcatis, margine raembranaceo. Invoïucrum
universale oligophyllum, parliale polyphyllum. De rand van den bloemkelk onduidelijk, a. De
bloembladen omgekeerd ei-rond, met den uitgeranden top naar binnen gebogen, h. De vruchtjes;
P, d , een weinig zamengedrukt, met 3 scherpe en gevleugelde ribjes, de vlakjes gesleufd, met
vliezigen rand. Het algemeen omwindsel weinig-, de bijzondere omwindselljes veel-bladig.
Soortelijke kenmerken. Caule sulcalo acutangulo, foliis ternato-decompositis, foliolis trifido-pinna-
tifidis oblongo-lanceolatis albido-mucronatis, stylis fructus reflexis. De steng gesleufd, scherphoekig,
(Jriewerf-verdeelde bladen, de blaadjes driespletig-vindeelig langwerpig-lancelvormig, met een wit
p u n tje ; de steltjes terug gebogen, e.
De d ik k e , meer- o f min getakte wortel, brengt verscheidene, veelal 2 d 3 voet hoog op-
groeijende, gesleufde, scherpkantige, onbehaarde en gladde stengen voort; levendig
groene bladen, met smalle bladscheden, f , en geelachtig-icitte bloemen. Het in het
midden der bloempjes zich vertoonende ligchaampje, g , is het voetstuk der s tijltje s ;
dat als een vleezig schijfje op het vruchtbeginsel, h , geplaatst i s , en d it van boven
bijkans geheel overdekt.
Somwijlen z iet men een \-b la d ig, zelden u it meer blaadjes gevormd, algemeen bloem-
windsel, doch zeer vroeg valt d it a f $ zoodot men hetzelve als in het geheel niet
aanwezig beschouwen kan.
B ij c z iet men een der vruchtjes van buiten; bij d hetzelve op de binnenzijde, waarmede
z i j tegen elkander aan liggen.
Groeiplaatsen. De Hoogleeraar van hall trof dezelve op weilanden te Rheede boven Arnhem
aanj door den Heer van der sande lacoste werd zij op de waarden onder Werkendam Giessen-
dam en Sliedrecht gevonden; door mij zelven overvloedig op de waarden aan de W a a l omtrent
Tiel en Bommel, en op eenige plaatsen tusschen die steden; ook komt zij in den omtrek van
Breda voor. ' (*)
(*) Angelica carvifolia spr.