
D A C T Y L I S glomerata.
*
Gemeene Krop-aar.
Hoogduit sei. R a u h e s H u n d s g rä s , ß em e in e s Knaulgras.
Engelsch. R o u g h C o k s - F o o t .
Nederd. Bynaam. Q eäa rt G ra s met ruwe Bladen.
Bloeit J u n y en J u ly 2t.
T x .IAN D B .IA D lG YN IA , D r IBM AN NI GEN TWEEWYVIGEN.
Natuurl. Rang L inn. IV. Gramina, Grasfen.
„ „ Geslachts K enmerken. Calyx 2- valvis, compresfus| altera valvula majore carinata:
K e lk beftaande me twee k lep je s, zam enged rukt; het éêne k lep je d a t groot er is g ek ield a . vergroot b .
Soortelyke K enmerken. Panicula fecunda, glomerata; D e P lu im n a a r êéne zyde ge-
k eera 9 in één gedrongen. J Ó j
By c een afzonderlyk A m je van 4 Bloem en, w aaruit d it gewoonlyk b e fia a t, fchoon L eers
z e g t, d a t het zelv e meest 2 o f 3 Bloemen h ee ft. D e ze aartjes zitte n d ig t op elkander gedron-
e e n ', 7T è en BloemPJ* afzonderlyk by d. D e B loem kran s, welks buitenfte bloem blad eene
n a a ld h e e ft, vergroot by e. M eeldraden en S tam p er afzond erlyk f . D e H elm knopjes zvn
meest r o o d a c h ig , waardoor de P lu im in vollen b lo ei zynde dikwyls een geh eel rood a a n zien
beeft. H e t Z a a d by g . D e H a lm is bladryk en heeft 4 knoopen. D e B laden zyn ruw en
J ch e rp , en eindigen in een fy n e p u n t. D e onderfte B h em ftee l, welke mede een bundel a a rtjes
d ra a g t, is ze er lang- — D e P la n t hoog 3 voeten, en dikwyls hooger.
Groeiplaatsen. Op Weilanden en langs de Wegen» i
Zeer algemeen op vele plaatfen.
Huishoudelyk G ebruik. Een hard voeder voor het Vee, dat volgens Schrerer :
L eers en anderen, de Paarden echter willen gebruiken, en als Hooi minder fcherp is en geen
kwaad doet; zelfs door C urtis onder de Voedergrssfen voor het Vee opgegeven en gekweekt
en door A. Y oung in zyn o A n n alen als uitnemend voor Schapen aangeprezen: maar in de werken
der B a th . S o ciety jt een flegt Gras genoemd, dat door al het Vee geweigerd wordt —» De
honden zoeken het gretig op als hunne maag overladen is, om te braken. (Schreber.)