
zvne aangename bitterheid bekomt, duurzaam wordt, en minder aan zuur worden onderhevig
is. Deze bellen worden in het wild op vele plaatfen in ons Land opgezogt, en tot gemelde
oogmerk aan Bierbrouwers verkogt. — De bladen en kleine ranken, vooral wanneer zy jong
Zy„ 5 worden in die Breken onzes Vaderlands , waar dit gewas geteeld wordt, aan Koeyén
gegeven ’t geen voor haar een gezond voedlël is , en waardoor z y veel melk en boter geven
_’ ook kunnen (volgens Gattbnhoff) de gedroogde bladen tot Wintervoeder dienen
voor Runderen en Schapen, zeker is h e t, dat het dorre loof tot flroojing onder het vee kan
gebruikt worden.
Volgens genomen proeven kan men van de takken draden bekomen, waar van men doek
kan vervaardigen , dat niet zoo w it , maar flerker is dan ’t geen van Hennip o f Vlas gemaakt is.
Hiertoe moeten de takken van de bladeren ontdaan, gedroogd, in Bukken van twee of drie
ellen lang gebroken, geroot, gebraakt en gefponnen worden, even als Hennip. (Swed. A bh .
M attusciÏka.) De takken kunnen mede tot bruin verwen dienen, (Su.ckow) en kan hier
van ook papier gemaakt worden. ( Letterbode 1802.) —- De Plant verdryft door haar Berken
reuk de Klanders en verdere nadeelige Meden van de Koornzolders en is derzelver gebruik
hfiirtoe algemeen aanteraden. (G abbema, Suckow, G attenhoff en anderen)— In Bosfchen
is de Plant een nadeelig onkruid, vooral in Hakbosfchen en jong Plantzoen van Els en Esch: door
derzelver omflingerende takken wordt het Hout nedergedrukt, en de jonge loten verflikken geheel,
zoo dat een Hakbosch hiermede Berk b ezet, byna niets zal opbrengen , wanneer het hier van niet
gezuiverd wordt. Hiertoe laat men de Hop in zodanige Houtlanden jaarlyks, en in den eerflen
zomer naa den hak tweemaal, opzettelyk affnyden, waar door volgens Bericht in de Verhandel,
tan de Maatfchappy van Landbouw D. XI. fl. 1. bl. 122 enz. onder Qastvoorn met het zevende
iaar de Hop genoegzaam was uitgeroeid, en waar by men zich beter laadt bevonden, dan by
het uittrekken. Dit laatfle wordt aangepreezen in de Verhandel, van den Oeconomisch T a k -L a n d bouw
N ° .8. en moet vroeg-in het voorjaar gefchieden : wanneer de wortels diep zitten, brengt
men een mes, o f nog beter eene tweetandige korte vork in den grond, om de wortels te
kunnen volgen , en geheel uit te trekken ; terwyl de uitgetrokken wortels zorgvuldig buiten
het Bosch moeten gebragt worden. Sc
De Plant die in het wild groeit, is dezelfde, welke ten dienfle der Brouweryen opzettelyk
seteeld wordt, fchoon door Cultuur eenige verfcheidenheden zijn ontflaan.— Deze teelt, die
zich in ons Vaderland maar tot eenige Breken bepaalt, wordt gevonden te E e l d ë , E elder-
wolde Paterwolde., R hoden en Rhoderwoi.d e , F oxwoi.de en L ieveren , doch voor«
namelyk te Peise, allen gelegen in Dr e n th e ; N ieuwkerk en omftrekeiv, op de V eld we ;
W ei.l en A melrode, in de Bommelerwaard > V lymen , N iedwkuyk en Onsenoort in
het L and van Heusden; en te Schybdel en omflreken , in de Meyeky van den. Bosch. —
De Plant bemint een gemengden goeden grond van zand en zwarte aarde, ichooon zy ook
volgens Miller in drasfige gronden in È ssex in E ngeland geteeld wordt, geTyk ook de
Plant overvloedig van zelve groeit, en volkomen type bellen geeft, in de moerasuge Elfen-
boschies van het Haagsche Bosch. Nienwland, vooral Weiland is het best tot Kopland
aanteleo-'i-en Z y wordt van afzetfels voortgekweekt, op. afzonderlyke aarden-bulten van 2 a
o voeten hoog, die, naa dat de afzetfels in den grond zijn gebragt, allengs zyn aangehoogd.
Ön eiken bult zyn twee Baken , de beste zyn. van Popel- of Es ch do om om er de Plant tegen
op. te doen klimmen en aantebinderi. De Plant ééns. in den grond zynde, kan vele ja-
ren volgens fommigen twintig jaren, goed blyven; doch elk jaar moet de bult geflècht,
mest om de wortel der Plant gebragt, en vervolgens weder aangehoogd worden als te voren.,
welke mesting in Engeland in den laten Herfst, maar in ons Vaderland 111 het voorjaar gefclncdr.
l i SeptembeAvorden de Hopbellen geffieden. geplukt en gedroogd op een eest of rooster over
vuur en op eene drooge plaats bewaard. De teelt van dit gewas is zeer naauwkeung op-
gegeven in Mil ler G ardeners Dic t io n ar y , in het Nederduitsch vertaald, onder den
Tvtei van Ph.. s Kruidkundig Woordenboek; en vindt men ook deze teelt, zoo als die
in Drenthe' plaats heeft, befchreven in het Groninger Weekblad voor den ,zoo genaamdm Geme
nen Man Deel I. N ° . 49. ------- De Plant is aan vele ongemakken onderhevig , vooral
van Hcningdaasaw, die ook veel aan de Plant in het wild befpeurd wordt..