
S T R A T I O T E S Aloides.
Gemeene Krabbe - fcbaar.
Hoogduitsch. Europaiifche Krebs-icheere, Wasfer-Aloë.
Engelsch. Water-Aloë, Frescli water foldier.
Pvederduitfche Bynamen.5 Water- ook Moeras - Aloë, Krabben - klaauw, Ruiters - kruid,
Water-Ruiters, Scheeren, Kaarden, en by de Groningers Stikel-Kreufen.
Bloeit Juny. en July 35.
POLYANBRIA H e XAG YNIA , V e e LMANNIGEN Z e SWYVIGEN.
N a tu u r l. Ran g volgens L inn. i . R a im a , Palmen; volgens A. L . de J u s s i e u ,
Bacca 6- locularis, infera;
aculeatis; met zwaardvormige
clasf. iv. Ord. i v . . Hydrocharides.
, Geslachxs K enmerken. Spatha dipbylla, Bloemfcheede van twee Bloembladen. Perian*
thium 3. fidum, 3- fp le t ig Bloemdekfel. Petula 3 , 3 Bloembladen.
6- bokkige B e z ie , onder de Bloem.
Soortelyke K enmerken: Foliis enfiformibus, ciliatO'
Bladen , wenkbraauwtgewyze met Jlekeltjes bezet.
By A. eene P la n t in haar geheel verkleind afgebeeld. By B. een ften g met de Bloemfcheede
in zyne natuurlyke grootte a. Bloemdekfel o f K e lk b. en met de geopende Bloem by c. ,
waarin de meeldraden en ftampers zigtbaar zyn: de laatften afzonderlyk by d. D e Bloem-
Jcheede met de ryp gewordene V n ic h t , welke als dan voorover b u ig t , en buiten de Bloem-
. Jcheede k om t, by e. D e zeshokkigl Vrucht horizontaal doorgcjheden f . Het Z a a d g .
E en B la d in zyne natuurlyke grootte h. ---- D e zware Bloemjcheede , gelykende naar
dc fch a a r van een Kreeft o f Krabbe ? heeft de P la n t onder den rang dér Palmen doen
■ plaat[en ; j le z e fcheede is gelyk de bladen met jlekeltjes gewenkbraduwd. D e bladen ten
getale van g o tot 80, komen allen u it één ftoe l voort, en geven der P la n t de gedaante
Vttn eene J fr ika an fch e Aloè. Z y heeft vele, lange en ' dunne wortels, waarop de P la n t
dryft: zy is metst geheel onder water, en de ftevige Bloemjcheede, rustende op den f t e n g , die
tusjehen de bladen u it derzelver ftoel voortkomt, befchermt de Jlappe en tengere Bloembladen
Vele Plantkundigen in Duitschland hebben deze.Plant dikwyls, en R oth beflendig, twee-'
huizig bevonden, -waar onder W illdenow haar ook fchynt te zullen brengen, en Suckow
reeds heeft gefield. Deze Plant behoort geheel in ons Vaderland t’liuis; doch hoe velen ik ook
tot dit oogmerk onderzogt heb, is my nooit eene tweehtiizige voorgekomen. Wy meenen hief
om aan het tweeflachtige der Plant niet te mogen twyffeien ; veelligt zal zy in Duitsland, waar
men pok fomwylen onvruchtbare Helmknopjes aan dezelve heeft opgemerkt, minder haren ei-
genaartigen grond en water vinden dan in onze Republiek.
Ten bewyze van onpartydigheid méld ik , dat alie de Planten door F avrod onderzogt in de
lage en moerasfige gedeelten zoo van het Sticht als van Holland, door Hem bevonden 'zyn ’ twee-
huizig te wezen, dat is o f geheel mannelyk, of geheel vrouvvelyk; en dat by nimmer eene
heeft aangetrpffen , welke tweeflachtig was.
Groeiplaatsen. In zoef water - flroomen en flooten.
In het Departement CRONiNGENf, in V riesland f , doch meer in den Woud- dan Kleikanf.
In Overyssel, vooral by Z wartsluis f . In den Ouden Ysfel by Uilenpas f , om U trecht +
in de Betuwe f , in de Grift tnsfchen A rnhem en N imwegen. f Buiten L eyden langs de
Sloot-cingels, de Groenesteeg ,en by E ndegeest f. Te N ooddorp by De l ft f oüi
R otterdam, Overschie, Schiedam y. — Verder te V eenendaal , Hardenbroek ’ A r -
koude, Ma a r sen , Z u ilen , L opik, W yk by Duurstede, K uilenburg, L eerdam
Buren, Oudewater, Gouda, Haa stre ch t; ook om Haarlem, ’sHa g e , N ieuwkerk’
Y sselmond, het Overmaasche, en elders.
, Huishoudelyk G ebruik. De Plant wordt in Duitschland opgezameld én klein gehakt aan
de Zwanen te eten gegeven. ( E hrhart) Met gewoon voeder vermengd , een geneesmiddel
tegen öe Droes der Paarden, ( de Gorter) De Plant' voedt eene menigte Infeéten. Men moet
uit hoofde van de ftekelige bladen zich wachten, blootvoets te gaan in Slooten waarin z y
groeijen. (!'/. J'uec.J Z y is geinakkelyk in Vyvers over te brengen. (M iller.)