
A S T E R Tripolium.
Z out-water Aster.
Hoogduitsch. Meer Aster,
Engelsch. Sea Star wort.
Nederduitfche Bynamen'. Zout-water Sterre-bloem, Zee-Aster, Zee-Sterfe-Krüid,
Bloeit Augustus en September 2f..
SYNGENESIA, POLYGAMIA SuPERFLUA. Z a MENTELENDE, OVERBODIGE
V e e l w y v e r y .
Natuu r!. Rang volgens L in n . xlix. Compofitne, Zamengeftplden.
Geslachts Kenmerken. Receptaculum nudum , naakt ontvangbed, a. Pappus fim-
p'ex, eenvoudig Zaadpluis fêene geheele Z a a d k u if met den verdorden K e lk b. een za ad afzon,
derlyk c.) Corollte radii plures io. de jlralen van den Bloemkrans meer dan io , Calycis im-
bricati fquamse iuferiores patulse, de onderfte fchubben van den kelk als dakpannen op e lkander
liggende, zich wyd' üitfpreidende. d. d.
Soortelyke Kenmerken. Foliis Ianceolatis, integerrimis, carnofis, glabris ; met
lancetvormige, geheel ga ve , vleejigè, gladde Bladen; RaffiiS üte'quat-is, ongelyke Takken; Flo-
fibus corymbofis, getuilde Bloemen.
Eene tweefachtige. Eypbhem van den fc h y f e. Eene enkele vrouwelyke van den rand
met haar lintswyze Bloemblad f . D e Steng is van onder hol en pypachtig, zie by
g . D e Bladen kunnen gezegd worden in een Bladfteel-te eindigen. D e Riant
" hoog. i i tot zelfs 3 moeten.
G roeiplaatsen. Op brakke en filtige gronden, langs Zout-water kanten,
In de Buitendykfche landen, by D e lftzy l en verder langs den Dollaart f . Aan deti
kant der Zuiderzee in Noord-Holland f . Tusfchen Buikflpot en. Purmerend. aan detl
Y-dyk, .aan den Am jle l en'öm geheel Amflerdam •f . Aan dé Haarlemmer Vaart, tüHcheii
Amjlerddm en Halfwegen f . Langs de beide Dyken van den E em , by deszelfs mond
aan de Zuiderzee f . By Spakenburg,, va zelfs te Bunfchoten omtrent één uur van Zee.
Langs de M a a s , achter ’s Gravefande f. In het land van den B r ie l f . — In óverftrbom-
de landen by Groningen, F ranek er , Bergum en elders.
Huishoudelyk Gebruik. De, Plant, wordt gegeten door Runderen, Paarden en
Geiten (L inn.) en zelfs,, volgens Gunner , door'de eerftén, ais ook dopt Ganzen
gretig gezocht. — Het menigvuldige Zaadpluis zal zeker tot -vrtll’el van kusféns die*
neiv kunnen.
Deeze PIant, welke eéffen (lerkeri zouferi firiaak heeft, gééft altoos een grond teken.'
nen j' die met Zoutwater dóórtrokken', of ten'minsten ziltig is (F avrod),