
POLYPODIUM Filii au.
Stoppelig Boom-yaren.
i Giwoonlyk. Filix mas.
Hoogduitsch. Farnkraut Männlein.
E n g clsch . Male Polypody, Ferne.
N ederduüfche Bynamen. Varen Manneke, Bosch-vareri.
Heeft volkomen Loof in Juny en July, en ryp zaad in September j é ,
C r y p t o g a m i a , F i l i c e s , G e h e im - t e l e n d e n , v a r e n .
N a tu u r l. R a n g volgens LinN. IV. F ilic e s , varen.'
G eslachts K enmerken. Fruélificatio in pnnéH» fubrotündis, fparfis perdiscum Ffori-
d is ; de vruchtm ukingbejlaa t in rondachtige p u n ten , over den fc h y f of oppervlakte van h it Loof
Verfpreid.
SooRTEtYKE K enmerken. Frondibus bipinnatis, p'innulis obtufls , crenulatis; hes
L o o f dubbel g ev in d , zynde de vinnetjes ftom p , gekarteld. Stipite paleaceo, de ftèn g met fa p p e ls.
D e vinnetjes styn ie tr meer dan g ek a rte ld , en b jn d getand : één derzelyen met ryp
za a d afzonderlek by a . veel vergroot b. D e zaden zytt niervormig en harsten meè
zekere veerkracht los: met een gedeelte van het vinnetje v ie l vergroot afgebèeld by c.
H e t za a d afzonderlyk en van natuurlyke grootte d. v e t groot é. Op d i bovenjle v inbinden
is metst alleen h e t zaad: D e jlen g is Van dén w o rteljot daar de vinbladtn beginnen,
geheel bezet met bruine lancetvormige ftop p els: een f t op p e l afzonderlyk f . D i jlen g
bly ft tusfchen de Bladen ook min o f meer Jloppelig.: D é Bladen z jn , eér Zy uitkom en, ge-
I jk by de meeste v a ren , fr a a i in één gerold en gekru ld : z ie by gg. D e verwarrin
g der ouden omtrent deze P la n t met de Pteris aquilina, is reeds la n g weggenom
en, vooral door de la a tjle to t een Zeer onderfchiidend geflacht te brengen; gelyk
zy mede zeer zig tb a a t te onderkennen is van de Pol. Filix fémina, door de vredet
a ls in vinnen gedeelde vinnetjes der la a tjle . I k moet verklaren n iet F avkod', dut
ik ondanks a lle aangewende m oeite, mede n iet heb kunnen ontdekken, om welke redenen
de oude P lantkundigen dén geheel ongegronden naam van M annetjes en H o fje
s varen geb ruik t hebben.
G roeiplaatsen. In Bosfchen, en andere befchaduwde plaatfem Algemeen in dejfe'
Republiek.
Kracht en Geneeskundig Gebruik. 6 e wortel in de Pharmacopiea Bata'va als zeeY
noodzakelyk voorgefchreven. — De Plant bevordert de ftondert en het z o g . De voor-
name kracht is in den wortel, welke als een uitllekend wormdfyvend middel bekend is,-
en vooral tegen den lintworm wordt aangeprezen, daar dit het hoofd-ingredieh’t iritmaaKt
in het weleer geheime middel van Hekrenschwand en Juffer N oufer als een fpecifiek
tegen dezen worm. De Bladen worden door fommige lieden gebruikt; om' de bedden éh
kusfens in de kinderwiegen mede te vullen. De vertaler verzekert, verfcheide kinderen',-
wier beefieh (lerk door Engelfche ziekte waren aangedaan, te hebben zién genezen, door'
de beenen eenigen tyd met varen bladen te omwindeit en tusfchen1 houten Ipalfcen t«
zetten.
HuisHoudelvk Gebruik. Deeerfle uitlpruitfels alsasp’ergieri té gebruiken, eri de fchub-'
ben. van den wortel in Noorwegen door arme lieden tot bróód bereid, en ook in het bier
gebruikt, zoo als door Gunner F lo r. N orV i (leltig Verzekerd wofdt, als mede dat fier
loof én deze wortel-fchubben opgezameld, des winters tweemaal daag* aan Schapen , Geiten,
en jong Rundvee gegeven wordt, en hen voor ziekten bewaart. — — Z y dietfd tot
haardbrand eri geeft veel asch, die gefchikt is om ’er glas van te maken : óok daarvan
ballen te bereiden, die men in plaats van Zeep kan gebruiken ( gattenhoFf dóch Welke
eigenfchappen door St. J. van Geuns aan de Pteris aquilina’ Worden t oegekénd.) ook doof
hen! wordt de plant opgegeven, in plaats van eikenbait tot foóijèn gefchikt té zyn. Dé wortel
tót poeder gemaakt heeft een voortreffelyk vermogen tot tooijén ,- vooral voor Geitenvellen.
— De Bladen in Noorwegen en Zw itztrlq n d gebruikt tot onderflEroojmg Voof hef
vee (G unner, Favrob.) De Plant wordt alleei door Schapen' gegeten. (liNn ) Op dé'
Kool gelegd, bewaart z y dezelve tegen rapfen. \K om i- en L etteèb od e.Jün y' 1805;) — In’
Bosfchen een fchadelyk onkruid, latende geen plaats over aan de afvallendé boom Za’d'étf
om in den grond te komen, of onfrooven het voédfel' aan de opkomende (buikjes:.-
(B eckman) Voor de Apotheken verzamelt men dikwyls de twee bovengenoemde Plantea
en onregte voor deze fovrt. ( tI'ssoel.)