
C O N V A L L A R I A njuhiflora,
veelbloemig Dalforuid.
Hoogduitseh. Vielblutiges Mayblümchen.
Etigelsci. Sweet-Smelling Solomons Seal.
Bloeit May en Juny 71.
H e x a n d h a M o k o g y m u . Z ï s m a n k i g e n E e n w y v i c e n ;
N a tu u r l. R an g volgens l in k . x i . Sarmenta cex, Rankachtigen
. G e s lach tsk enm erk en . Corolla fex-fida, zes-fpletige Bloemkrans (eene Bloem afzonder-
iy]i en van voren gezien met de zaamveréénigde Helmhiopjes a . ; op zy d e b .) Bac'ca maculofa, 3-
locularis; gevlekte B e z ie , met 3 hokjes.
S oortelyke K enmerkek. Folüs altemis, amplexicaulLbus; met overdwarfcie, den ft e e l
omvattende Bladen. Caule tereti, ronden fte e l (een gedeelte daar van aangewezen by c .) Pedun-
sulis axillaribus, multiloris; de Bloemfteten oxèlsgewyze, veelbloemig.
De vrucht of Bezie is even min als die van Conv. Polygonatum, gevlekt, ook niet eer zy ryp is, zo als by andere
foorten van dit gejlacht plaats heeft. .— Een vrucht-tak by d., eene bezie afzonderlyk e. het zaadf. De
B'.oemfieel is plat, waar van een gedeelte by g. Elke Bloemfteel heeft w^der kleinder Bloemftelen, en maakt
als een halve Zonnefcherm (Cyma) u it: dezelve heeft van 3 tot 5 Bloemen, 'waarvan Jommigen geheel tweelings ■
gewyzs geplaatst zyn. — Deze foort, door de Gorter zeker niet genoeg onderfcheiden van Conv. Polygo-
jiatutn, zo als wy by de bejchryving daar van zeiden, is door St J. van Geuns in zyn Spicilegium
op gegeven, maar nog niet ten vollen erkend voor eene afzonderlyke foort; even gelyk Linnzsus zelve daar aan
getwyffeld heeft. ----- Deze zaak is egter door anderen voldoende bejlist. —— ln de gelegenheid zynde, beide
deze foorten in de begroeide Duinen langs den Schiveningfchen Weg, waar zy ||f een af (land van Jlechts weinige
voeten van elkander en groeijen, en alzo in dezelfde foort van gronden, en in gelyke omjlandigheden waar
te nemen; is my derzelver foortelyk onderfshsid chiJelyk gebleken. — Behahen het verfchil van Hoofd- en
Bloemftelen, is de houding van beiden kennelyk onderfcheiden. De C. multiflora is veel grooter en zwaarder
van.gewas, en de ftengfchiet veel hooger uit den grond. De Plant in vollen bloei zynie, en ook vervolgens,
buigt zich op de helft geheel voorover, gelyk dezelve in deze geftalte verkleind is af geheeld. Vele Planten reckt
op6ehouden zynde, hebben eene lengte van 4 voeten. — De C. Polygonatum is byna rechtftandig ;-heeft
een korten fteng, en de bloemftelen en bladen beginnen dikwyls even boven den wortel, De Bloem is groter en
fraaijer dan van de multiflora, welke laatfte ook geen den mnften reuk heeft. De wortel der laatfte is veel ranker
en korter, en kruipt minder Jterk voort. De Bladen zyn ook eenigzins vleugelachtig, zwaarder en fterker
geribd, dan die van C. Polygonatum, welke meer recht opftaan. —- De grootte der vruchten of bêzien van
deze foorten is in eene omgekeerde evenredigheid van de grootte der Bloemen, want C. multiflora heeft, hos
zeer kleiner bloemen, groter vrucht dan C. Polygonatum, fchoon deze weder groter bloemen heeft; de bézie
van de eerfte is zwarter van kleur en minder bedaauwi, dan de laatfte --- Op de bovengenoemde Duinen
groeit de C. multiflora veel zwaarder, dan in het Haagfche Bosch, ■—» Eindelyk is ’er volgens de opmerking
van Favrod nog dit onderfcheid, dat de Helmdraden van C, Polygonatum geheel glad ,* die van C. multiflora.
bezet zyn met witte hairtjes.
G roeiplaatsen.. In Bosfclien en op befchaduwde Plaatfen.
By Har.der.wyk. In het Haagsche Bosch j% in de begroeide Duinen aan wedêrzyde
•^rarr den Scheveningschen W eg f , by Breda tusfchen het Hout aan de oevers van Beekjes
&no-s de Weiden f . — By de C. Polygonatum hebben wy gemeld, welke door de Gorter opgegeven
plaatfen tot deze foort zullen behoren.
* Huishoudelyk G ebruik. Hier van wordt hetzelfde opgegeven als van C. Polygonatum 9
d&rïi welker zwaarder wortel daar toe. beter gefchiktis.