
S E D U M Telephium.
Knollig Huislook.
Ilo ogd uiisch. Knolliges Sedum.
E n g lisch . Orpine or live long.
N ederd, Byrramen. Smeerwortel, Spaanfche Smeerwortel, Woudkruid , eroot
Breukkruid. Donder-boonen, Wolfs-boonen, Hemel-fleutek 8
B h e it in Augustus 2|..
D e c andr ia Pent agynia . T i enmannigrn V y fwy v igen.
N a tu u r l. R an g volgens l in k . xiii. S u ccu le n te , Sappigen.
Geslachts K enmerken. Calyx 5-fidus, g-deelige K e lk a . vergroot h. Corolla g-pe*
tala, Bloem krans van 5 Bloembladen. Squamaï nefhriferae 5 ad balln germinis, 5 honig-
dragende fch u b je s aan den v o et'v a n het vruchtbeginfel, (te zien aan de «fzonderlyke Bloem c.
vergroot d .) Capfula: 5 , g Zaaddoosjes e. vergroot f . één afzonderlyk g .
Soortelyke Kenmerken. Foliis planiusculis ferratis; m etp la fd cB ig e getaagde B laden,
Corymbo foliofo, eene T u il met 'bladen voorzien. Caule erefto, reg tjlandigen S ten g .
D e wortels hebben véle en zware langwerpige knobbels. D e kleine blaadjes van den tu it
zyn meest g a a f en niet gezaagd. In d ig te Bosfchen g eeft zy zelden bloem: de blad en,
vooral van de P la n ten die n iet b lo ejen , zyn fa p a ch tig . D e P la n t is hoog- i£
to t 2 voeten.
G roeiplaatsen. In Heggen, Bosfchen en op hooge gronden.
In Warm oefierslanden om U trecht f . In den ouden Haarlem m er H o u t, in het eiken
Hakboschje f . In het Bosch van Saxem burg onder Bloemendaal f . In het H a a g fch e B o sch ,
vooral aan de Noordzyde f . — Op befchaduwde plaatfen by de M ick elh o rst, by Onnen en
elders in 't Gorecht in het Departement Groningen. Omtrent B ergum , Oostermeer, H etrenvetn
en elders in de woudftreken van F r ie sla n d , aan Dykjes en in: de ruigte langs de wegen. Op.
de wallen te Z u tp h en , aan de Dykjes by U ilen p a s, in ’t Klarenbeekfche Bosch by A rn h em ,
by Nimwegen en elders in G elderland, In het Bosch achter het Huis te Z e y s t, en aan
Dykjes by V elfen .
Huishoudelyk Gebruik. Z y wordt door al het vee gegeten, behalven door Paarden
(L inn.) ; volgens Mattuschka ook niet door Schapen. De Byen azen zeer gaarne op
de Bloemen, en trekken er veel honig uit (Sw . A bh . Mattuschka), Tot vérwftof heeft
men de Plant van geen byzonderen dienst bevonden (D ambourney). In Tuinen verplant
frordende, zouden de roode paarfche Bloemen ligt tot eene witte kleur overgaan.
(S uckow.)