O P H R Y S fpitalis.
Omkronkelend Tweêblad,
Hoogduit sch- Spiralförmige opbrys.
Engelsch. Triple Ladies Traces.
Bloeit Augustus en September 2j.
G y n a n d r ia D i a n p r i a . M a n w y v ig e n T w e e m a n n ig e n .
Natuur!. Rang volgens L i n n . vil Orchidee, Standelkruiden.
Geslachts K enmerken. Neftarium fubtus carinatum, Honighakje van onderen gekield.
( z ie fa a . het Honighakje met de teeldeelen vergroot.) ___ .
^ Sooutelyke K enmerken, Bulbis aggregatis, oblongis;
Bol-mrtels. Caule fubfoliofo, byna gclladcrden Steng. Flonbus fpirali-fecundis, de Blocn
Z n zich naar ééne zyde omkronkelende. Nectarii labio mdivifo, creuulato, de Up van het
llo n i& a^ Z ™ rBhem- afzondeAyk op zyde c. van voren en vergroot d. D e drie h um f te
Bloembladen zyn als. aan elkander gelymd zie by d. D e lip van het Honighakje
i s rondachtig en als eene gekartelde mnkbraauw, z i e b . b . E lk Bloempje wordt
beveiligd door een Schutblad, dat met de vrucht groeit. Eene rype vrucht met zyne
n aa d, als mede het Schutblad by e. eenigzsos geopend f . Het Z a a d g. D e Bladen
komen als een kruikje aan den wortel voort; aan den Steng omvatten zydenzelven,
gelyk de Bladfehcden by de Grasfen en Rietten, doch breiden zich met verder uit.
D e omkronkelende Bloemen-aar in de gedaante van een wenteltrapje, doet de Plan t
■ ' gemakhk onderkennen. — Willdenow heeft deze P lan t op het voetfpoor van
Swart z, met andere Standelkruiden gebragt onder een nieuw gejlacht, zynde in des-
zelfs Species Plantarum, tom. IV..Part I. N. 1597. en aldaarpag. 73. genoemd
D f B ^ o r l f h t n stelden meer dan 3. D e Sten g, die niet zwaar is groeit dikwyls
terzyde de Blad en, ter hoogte van 6 duimen u t één voet. D e Wortel-Bladen, ten getale
v a n i o f 4 , zyn eirond o f lancetvormig, en een weinig fa p p ig . . D e Bloemen zyn
k le in , w,tachtig, en geplaatst in eene opklimmende ry , die zich met-volkomen naar
eene zyde wendt, en zy maken alzoo ongevoelig als eene fch r o e fu it om den A s van
de Bloem-Aar (F avrod).
HcnriPt aatsen. In Broeklanden en op vochtige Heiden. .
Gevonden door E hrhart b y 'H e n g e lo in Overysfel; door Staringh m en om den
Wildenborch in het kwartier van Zutphen; door de Beijer t eH a t e r t , b y Nimwegen; door
CoLLiTzi op de Heide van Br eda, en doorFAVROD m het Departement Utrecht, op eemge
moerasfige °maar niet zeer vochtige gronden omftreeks Am e fo o r t, en onder anderen by
^ H uL ^ udeeyk Gebruik* Is hiervan nog niet bekend, dan alleen dat de Bijen vol-
sens F avrod hierop azen, die er dus waarfchynlyk honig en wasch van trekken, t it
hoofde van haren liefelyken Muskus-geur, en fraaije fonderhnge Bloem-aar, zou z y als
Herfst Plant in tuinen verdienen aangekweekt te worden, indien dit met, gelyk omtrent
de landelkruïden in l algemeen, hoogst bezwaarlyk was: althans van eene Bloeijende
Plant met hare natuurlyke kluit aarde, my uit Gelderland overgezonden, en met zorg
behandeld, waren de wortels in het volgende jaar geheel verteerd.
De beste wvze om dit gehëêle gezin van Planten te telen, is , om dezelve op p
dik met droöge Bladen (Favrod).