
A L L I U M vinealc.
Wyngaards Look.
Hoogduitsch Acker Lauch.
E n g elsch . Crow-Garlick.
N ederduitfche Benam en. Wilde L o o k , Hondslook.
, B lo e it.'m jiily .e n Augustys 2j.
H e x a n b r i a M o n o g y n ia . Z e sm a n n ig e n E e n w y v ig e n .
N a tu u rl. R a n g volgens linn. ix. S p a th a cea , Bloemfchedigen,
f Kenmerken. Cörolla 6 partita, patens, 6-d eelige, open Bloem krans. Ceene bloem
afzonderlyk by b .) fpatha multtflora, f l H K Bloemfchede. ( zie by A en C. de létters a a b
B h em k ra C0XlgSSt^, jo n g e n Bloemkroon. Capfula fupera, het zaaddoosje .'binnen den
Soortelyke K enmerken. Caule teretifblïo, bulbifero; met een ron db la digen fboldra '.
genden J len g . Stammibus tncuspidatis, driepuntige M eeldraden. •
D e B o lletjes aan den top van den .jlen g maken een rond d ig t hoofdje u it , tusfchen « elk
e de B lo em jlelen geplaatst zy n : zie by A en B. E lk balletje h eeft baten aan een
krom h a a k je , dikwyls met een ela n g e p u n t. Z ié tón afzonderlyk c. vergroot d . Z oo
lan g de P la n t in vollen bloei is, zyn deze b olletjes nog k le in , en van buiten aan d é
p la n t weinig zig tb a a r , zóo a ls by C. b ly k t, m aar zy groejen v o ort, ook na dat de
R ia n t h eeft uitgebloeid: fom wylen maken zy meer dan tón.h oofdje, ze lfs to t drie hoofd•
je s u it , zoo a ls ik d ie gevonden heb in het D m n achter fchuddegeest by-den H a a s
zynde a f geheeld by kb. — F a n de M eeldraden zyn ’ér d r ie , waarvan elk een vork/e
ts met d n e ta n den , zynde de m iddelfle ta n d helm dragende, en de twee-overige enkel
fla p p e draadjes „ d ie over den Bloem krans heen hangen. E é n afzonderlyk by e .
vergroot f . D e overige drie meeldraden, beurtlings tusfchen de andere gep laatst zyn
zoo a ls men één afzonderlyk vindt a f geheeld by g vergroot h . F ru ch tb ég itifel en ftam •
p er t. vergroot k . D e Bloemen met hare Bloem jlelen vallen m eestal by h et u itv etten
der holletjes a f , eer de vrucht gevormd is ; h et is my alta n s zeer 'zelden g elu k t
ryp za a d te vinden. H e t zaaddoos je by l , . dwarsdóorgcfneden n i. 'H e t za a d n .
vergroot o. E en onkundige z a l lig t de bolletjes na het .a fv a llen .d e r Bloemen voor
het za a d houden. — E en gedeelte van dén pypachtigen fle e l by p . —■ de ronde pypachtig
e bladen verllenfen fp oedig aan de P la n t. D e jle n g hoog omtrent o. y t ------.
. Onder het Bloemhoofd vin dt men eene tónbladige Bloem fchede, gefch turd en eindigende
in een hoorntje.'— : D e B o lletjes beginnen dikwyls e e r 'z y van ’t bloemhoofd je zyn a f-
g ev a llen , te kiemen y 7t geen het hoofdje a ls g ek u ifd doet voor komen (Favrod.)
Groeiplaatsen. Op zandachtige gronden. In V riesla n d op verfcheidan plaatfen aan
wallen en in Bosfchen, in de velden buiten Zw ol en Harderwyk, te U trech t op Stads wal
. tusichen de TolfteQg- en Malie-poort, aan de Heggen buiten Am esfoort • Koelhorst en
Z o est buiten A lkm a a r, onder V elfen by de Hofftede Velferduin, buiten Haarlem op den
„weg naar H eem fiedei op fommige plaatfen van hei; H a agfch e Bosch, inzonderheid voor *an
langs den grooten middel-ryweg en ook in de Duinen achter Schudde-geest en de Hoffiede
van Fagel buiten *sH age —• ook buiten Nimwegen,
Huishoudelijk Gebruik. De bolwortels hebben volkomen den fmaak van Knof-
Look, A llium fa tiv u m , en worden hier om door behoeftige lieden om den ‘H a a g als eenb
lekkerny opgezocht en gebruikt. — Volgens Gmelin zouden de Bolletjes aan den top
van den fteng zekeren aangenamen doch zonderlingen fmaak aan het brood g e v en ._ Op
;de Akkers zetten z y aan. de Granen een kwaden reuk by; en op de Weilanden groenend
e , verkrygt melk en boter hierdoor een onaangenamen Kerken fmaak, zelfs heeft ditTom-
.tyds invloed op den fmaak van het yleesch van Runderen aldaar geweid; (Houttuyn)
.doch de Leeuwrikken zouden hierdoor te fmakelyker worden (Maïtuschka.,)