
P H E L L A N D R I U M aquatlcum.
Water Tor-kruid.
Gewoonlyk. Phellandrium, (ook Foeniculum aquaticura.)
Hoogduitse/!. Gemeiner wasfer Fenchel.
Engelsch. Water Hemlock.
Nederduitfche Bynamen. Gemeene Water-kervel, water-fcheerling, derde geflacht
van Eppe.
Bloeit Juny en July. cT.
P e n t a n d r i a D i g y n i a , V y f m a n n i g e n T w e e w y v ig e n .
N a tu u r l. Rang volgens L inn. x l v . Umbellatee, Zonnefcherm - bloemigen.
G eslachts K enmerken. Flosculi disci minores, de Bloempjes van den S ch y f kleiner
dan die van den Rand. Fruétus ovatus, bevis, córonatus perianthio et pistillo; de Vrucht
eyrond, g la d , gekroond door het Bloembekleedfel en den Stamper a.
Soortelyke K enmerken. FoHorum ramificationibus divaricatis, met takfehietende B la deren
zich wyd u it elkander Jpreider.de. ( Zodanige Bladeren dicht by den Wartel voortkomende,
aangewezen by b.)
23e zware Wortel met zyne forfche Leden o f Ribben by e. H e t algemeene Schermdekfel ontbreekt
d. Een afzonderlykeBloetnfcherm e. ■— By f . een Bloemjteel en Bloemkelk met een
blaadje van het afzonder!yke~Schermdekfel: dit Schermdekfel is even lang a h de Bloemfcherm
U en heeft 7 blaadjes. H e t Bloembekleedf e t o f B e K e lk heeft 5 blaadjes, waar van twee zeer
lang zyn en pun tig uitlopen , vergroot by g , Een bloemtje van den rand afzonderlyk, h.
D e bladen zyn twee■ tot driemaal gevederd. D e S ten g , die van onderen dikwyls één duim
dikte he e ft, is h o l, g la d , gefleufd. D e Vrucht heeft op den rug-g ribjes.. D e Plan t richt
- ic h boven het Water recht op, en fp r e id t z ich met zyne bladen cierlyi als een. Boompje in.
“het midden der Sloten, a to t 3 voeten boven het Water.
G roeiplaatsen. In Sloten, en Gragten. Algemeen door de geheele Republiek in Sloten ,
waar tteen zout Water. komt. '
K ragt en Geneeskundig Gebruik. Wordt door Berghjs , als tPisdryvend en Wondheelend
aangeprezen.
Huishoudelyk Gebruik. Het geen men oudtyds verzekerde, dat deze Plant voor Paar- ,
den zeer fchadelyk was en hun lamheid veroorzaakte-, heeft L innaïus door genomen proeven ,
volgens opgave van Gm e l in , bevonden, dat niet moet worden toegefchreven aan de Plant,
maar aan het Ini'eft Cur.culio.paraplectkus, het groot Europisch Olyphantje, dat zich veel aan
deze Plant onthoudt: daarentegen beweert Blumenbach in zyn Handboek der Natuurlyke H ï-
fforie dat-déze befchuldiging niet het M e f t , maar wel de Plant-betreft, Volgens L tnnaïus
in zvne Reizeldoor O e la n i, zou niet het verlithe, maar het droge Kruid, den Paarden nadeelig
* * 'BafcfeMANS, die het mede onder de fchadelyke Planten in vochtige Weilanden opnoemt,
meent ook dat het in kragt veel overéénkomt met het Conium maculatum, gevlekte fcheerling-.
r MELiN rekent het een doódélyk vergift voor Schapen.-; doch voor Runderen is het volgens de
G op ter een, onfehadelyk Voeder. — Het Zaad een voortreffelyk middel tegen den Droes ,
Hoest aks ook tegen alle uitwendige Wonden en Kwetzuren der Paarden. (Mattuschka.),
He Wortel dikwyls voor de Apotheken opgezogt, in plaats van het genoemde Conium maaddr,-
u m , fX isa osk in Ramqiïs Catalogus .J