a g t w e r v e l b e e n d e r e n , d i e
B I J N A D R I E H O E K I G ZI JN.
P L A A T IX.
J l o o g t e van den Steen o voet i o duim o lijn,
Breedte / . i 2 o
Bikte . , , o 5 6
^Middellijn van. de wervelbeenderen
• 0 s a
Lengte van de grootfte uitfteekzels
* . o 3 6
Lengte van de zijdelingfche
uitfteekzels - - o 1 9
Deeze wervelbeenderen verfchillen van die,
welke op de Plaaten V II en V I I I zijn afgebeeld
daarin dat derzelver gedaante bijna driehoekig is ,
dat derzelver uitfteekzels, drie in getal, ongelijfë
zijn ; dïe uitfteekzels hebben zelve de gedaante
van eenen langwerpigen driehoek, eene opening.
voor het ruggemerg en eene kleine ronde uitftee-
leende beenacjitige verhevenheid tusfchen de z ijdelingfche
uitfteekzels.
Dit ftuk is in het nationaal Mufeum en koomt
van Maastricht uit het Kabinet van r o u x .
G 5 SQHOU?