Dus ziet men op denzelfden fteen het overschot
van een land-dier, dat van een twee-
flachtig dier en eene' 'zee -Tchulp ; zulke "Feiten
in de natuurlijke liïstorié"zijn ongetwijfeld waer-
dig verzameld te worden, en kunnen tot bouw*
floffen dienen om de' verfehillende omwentelingen,
welke de aardbol ondergaan heeft, te bevestigen*
| k heb in den hoek van dezelfde plaat een
afzonderlijk been laaten afbeelden, dat wel bewaard
is gebleven, en uit den St. Béters Berg
gehaald is; het heeft^Wee duimen eb zes lijnen
lengte* een’ duim en drie lijnen breedte» aan élk
eind, en negen lijnen dikte; het vertoont eene
inknijping in 'het ^midden, welker kleihfte middellijn
-zes'jlijnen.; groot is.
Een van de. einden van dat been is wat b o l,
en hetvander wat jhol ^zijne gedaante doet het
..gelijken naar eene' der beenachtige geledingen,
op de wijze van wervelbeenderen gefchikt; en
met het. een. eind -tegens het ander, liggende
langs: de gantfche; lengte in hef midden binnen
in het fchiid van: zekere groote fchildpadden..
Uit ;de verzameling van het mufeum»