De gemaklijkheidom -eenen- Zoo zagten (leen
uittehaalen en, te zaagen heeft deeze tweede plaats
bij voorkeur doen verkiezen als gemaklijker voor
de karren; ook hebben de Heetten, die men’er
langs deezen w e g , zedert zeer oude tijden, uit
gehaald heeft, noodzaaklijk in den boezem van
deezen berg zulke groote Open. vakken moeten
Jaaten, dat de kaart van die diepe galerijen , die
elkanderen in alle rigtingen overkruisien , een zeer
verward doolhof is , zoo za^mgefteld en zoo
uitgeftrekt, dat ’ er waarfehijnlijk nergens een
beflaat, dat met dit kan vergeleken worden;
Men moet daaruit befluiten dat nier alleen de
(leenen, die tot het bouwen van Maastricht en *
der nabuurige (leden gediend hebben, daaruit gehaald
zijn,-maar dat ’er weleer zeer (lerke verzendingen
van gedaan zijn langs de Maas naar
Braband, naar Holland en elders, en het is de
Sint Pieters Berg alleen niet die zoo veele (lee-
nen heeft opgeleverd; want dè heuvelen, die
hem omringen , zijn overal tot zeer verre doorboord
met uithplingen en onderaardfche gangen
van eene groote uitgeftrektheid, waarvan zelfs
enige zijn ingezonken.
% Maar men moet ook aanmerken dat men langen
tijd van deezen zand-(leen, die gemaklijk
tot (lof gewreven wordt, heeft gebruik gemaakt
* om
om de landen te mesten; in dien (laat is hij zeer
goed voor (le rke klei-landen, en a ïzo o ’er veel
kalk-aarde in koomt, maakt hij daardoor een
drooge mergel, zeer gefchikt om vette gronden
vrugtbaar te maaken.
Ifle t is het algemeen gevoelen in het land onder
de meeste inwooneren, dat deeze uitholin-
gen voortloopen tot V ifé , dat is , tot drie
groote mijleo van daar , en dat z i j , onder de
Maas doorgaan, hetgeen egter niets minder
dan bewezen is.
Korten tijd na dat de plaats aan de Franfchen
was övergegeeven, begaf ik mij voor de eerde
reis in enige gedeelten van dat uitgeftrekt d o o l-.
hof naar den kant van het fort St. Pieter. De
Généraals van de artillerie d a b o v i l l e en
b o l e m ONT en <Je Generaal van de Genie
l a g a t i n e , kundige en de weetenfchappen
beminnende .mannen, bevalen niet alleen dat men
alle de nodige fchikkingen zoude maaken om
een gedeelte dier onderaardfche gaanderijen veilig,
te bezoeken, waarin het zoo gemaklijk en zoo
gevaarlijk is . te verdwaaien; maar zij wilden mij
zelfs wel verzeilen. De Burger t h o i n , leer-
aar in de land-huishoudkunde ih den nationaalen
kruidtuin te Parijs en de Vertegenwoordiger des
volks F r e i c in e , die toen in Belgie in zending