V O O R R E D E N . VII
te rnadken, en daartoe de voorwerpen ook met de
gemeene nederduitfche naamen benoemd, daar an*
den de iatijnfche of konstnaamen voor geleerden
genoegzaam zouden geweest zijn. De weinige'
aantekeningen y die ik onder den te xt geplaatst heb,.
zullen, hoop ik \ dópr des kundigenrèiet voor onnut
y overtollig, o f ongepast gehouden worden.
Nog moet ik aanmerken dat de plaaten meest
alle verkleind zijn, zoo dat zij op. de helft, twee
derde of drie vierde van degroote van de oorfprong-
lijke zijn gebragt Ik heb egtef gezorgd dat dit
geène. onmauwkeurigheid in den text óf in de onder*
fchrijten der plaaten veroorzaakef door de opgave
van de grootte, door denfchryver gegeeven, in die
evenredigheid te verminderen.
Ik heb mij enige moeite gegeven om een Volledig
of ten minjlen een uitgeftrekt plan van de onder*
aardfche gangen van den Si. Pieters Berg te be-
koomen en bij dit werk te voegen; dóch dit is mij
ipnmogèlijk geweest, en ik geloof niet dat bet tot
nog
{^a). Plaat I } H, III, véhjpeeldendegezigten van
ae onderaardffhe gaanderijen 3 en Plaat IV iijn- op
dezelfde grootte gelaat en. P laat VI is óp de helft
verkleind. Plaat X , XI, XIII, XIV, XV , XVII
i» XIX zijn op drie vierden vftn hei oprfpronglijke|
en Plaat V , VII, VIII, IX , XII, XVI ** XVIII
pp twéé' derden van hetporfpropglijke gebragt.