D E N S I N T P I E T E R S B E R G . 79
K O P V A N E E N K R O K O D I L .
P L A A T, I V .
l i e t was in eene van de galerijen van den
Sc. Pieters Berg bij Maastricht, omtrent op den
afftand van vijf honderd fchreden van den groo-
ten ingang* Plaat 1 1 , dat werklieden, die, in
het jaar 17 70 , bezig waren ’er fteenen uit te haaien,
op zes voeten hoogte in de groeve, het
overfchot ontdekten van den kop van een groot
dier, binnen in den fteenkïomp zittende,dat hun
zeer merkwaerdig voorkwam.
Zij fcheidden uit met werken om den genees*
heer h o e f m a n , die zedert langen tijd eene
verzameling maakte van alle de gegraaven voorwerpen
van den berg, van deeze ontdekking
kennis te geeven: men droeg zorg om hem te
waar fchuu wen zoo dikwijls men voorwerpen van
enig aanbelang vond; want deeze natuurkundig
e , met recht naijverig om de best bewaarde
voorwerpen te bezitten, beloonde de werklieden
, die hem daardoor in (Hat Helden om zelf
die Hukken los te maaken > zeer edelmoedig. ■
Dat voorwerp, het aaftmerklijkst dat men tot
heden gevonden had, gaf den goeden hoffmant
- - zeer