Men kan, op het leezen van de wérken der
achtingwaerdige en werkzaame natuurkundigen,
die op dien tijd over- die doffe gefchreven heb-
ben, en die gevoélden welk een voordeel zij de
wijsbegeerte aanbooden , niet twijfelen of zij
hebben zig verlegen gevonden , zoo dikwerf het
te doen was om de gegraaven hoorns 'en ichul^
pen te vergelijken met die , welke tegenswoor-
dig in verfehillende zeeën leeven; deeze, :de
noodzaaklijkheid van eene methodieke rangfchik-
king gevoelende, deeden vergeeffche pogingen
om 'er toé' te geraakenj^andere wérkten, om
zoo te fpreeken, in het wild, en verwardden alles
onder malkanderen; daar is uit gefprotemdat
zoo veel arbeid voor altoos voor . de weeten-
fchap v verloren zoude geweest zijn zoöt de
meeste hunner de . noodzaaklij kheid niet begf
pen hadden'om der boeken# mét$ afbeeldingen te
verrijken , en zoo de andere zig niet hadden
toegelegd, om naauwkeurig de plaatfen optegee-
-ven daar de gegraaven hoorns en fchulpen, die
hunne aandacht opgewekt hadden, gevonden
worden , daar men dezelve nog met eene dubbele
belangneeming weder vindt.
L i n n e u s kwam , gelijk aki reeds igeZegd
heb, deezen verwarden hoop gelukkiglijk opruim
en , door eenen-nieuwen weg,: öf liever deff
Waa-
Waaren weg aan te wijzen ; dan alzöo, ten tijde ■
toen die o voor altoos beroemde natuurkundige
zijn ftelzel in het licht g a f , de kabinetten ;
welke hij kon raadpleegenop >verré na nog
zoo» rijk eii-zpp talrijk niet waren dan zedert
de Hollanders m e tzo o , veel ijver de hoörns en
fchulpen in hunne Indifche«bezittingen en op
hunne lapgduurige reizen opgezogt hebben, zelfs
dikwijls om ’er koophandel mede te drijven ,
en de reizen van b v i cl l e , c o ok
en enige andere beroemde zee.-yaarers ons de
menigvuldige rijke voortbrengzelen van de Zuid«
zêe en de goorder - ZBéën nog niet hadden aan-
gebragt ^ was het. dejzel Van l i n n e w s nood*
•zaaklijk tot;een;al ,te ongenoegzaam aantal geflachten
bepaald; maar die groote man was voor-
.neemens’ dat werk nog eens óp nieuw aante-
vangen ; hij nodigde - zelfs,, de natuurkundigen
uit öm hetgeen hij zelf maar ak .eene fchets’
•aanzag te völmaaken; deeze fchet$. ondertu$fcheds
was het bedek van hc% allerschoonst gebouw.'
B r U G u i e r e1, zoo bedreven in het vak de/
.hoorns en fchulpen waarvan hij zijne voor-
naamde bezigheid maakte £ nam de leerwijze van'
x t n n e u s ,' als de'zeekerde* aan, in de Èfh
.èyctbpédie pat ördfe de matiêrSy maar hij vet-
riieerderde de gedachten eh foorten akhmerKlijlt
■ , B s *