en gaf met »juilstheid de plaatfen o p , welke der
hoorns en fchulpen bewoonen; eene lange reis,
die hij in de Indifche zeeën gedaan had, Helde
hem in (laat om ons* zeer nuttige ophelderingen
daaromtrent te geeven, ert, zóó de 'dood
hem niet in het midden van Zyne loopbaan,
bij 2ijne terugkomst van eenè reis ^ die zes
jaarén geduurd heeft, door E g y p te , Syrië,
Perfie en elders , had verrascht , zöu hij de natuurlijke
historie vetrijk* hebben met het ge»
lierdsr, nuttigst en best gfefchreven werk over
de hoorns en fchulpen.
In het fysthëmatiéch tafereel, in het Jaar ï fó 9
in de Encyclopédie üitgegéeveo, bragt B R u*
g ü i e r e zijné gedachten Hechts tót een en zes*
t ig , maat daar is géén twijfel o f hij was.voor-
Uéemens die tot êen grooter getal te brengen,
naardien hij , voor zijn vertrek naar* Egypte
met o l i v j e r , Vêete tekeningen - Had teaten
maaken, tot die vermeerdering: gefchikt, en de
talrijke verzamelingen , * óp die laatfte reis ge-
maakt -, zonden gediend hebben om zijn werk
eetie nog veel grooter ontwikkeling te geeven.
'Zoo iets de weetenfchap een zoo groot verlies
vergoeden kan , is het de hoop , welke
l a MARC k den natuurkundige gegeeven heeft
om niet alleen het werk van b rügüie r e in
de
de Encyclopédie te vervolgen , als de vrede zal
toematen die uitgeftrekte en gew-igtige verzameling
weder optevatten, maar ook om zig met
eenen bijzonderen arbeid over de hoorns ea
fchulpen bezig te houden. Ik heb in mijne
voorreden gezegd dat deeze geleerde natuurkundige
ons binnen kort een voornaam wérk o vet
dit onderwerp volgens de ftngfchikking' van
LiNNEüs beloofde: l ama r g k heeft, ook
ipdedaad korten tijd daarna in de Verhandeling
gen van de Maatfckappij van Natuurlijke Hts-
torie te Parijs de fchets van zijne nieuwe rang-
fchikking der hoorns en fchulpen gemeen ge?
maakt (a),
.De gedachten van b r ü g ü i e r e liepen in
de Encyclopédie* maar tot twee en zestig; die
van l a m a r g k zijn tot honderd zes en twintig
gebragt,
Zedert dien tijd heeft die geleerde onderwijzer
in het Mufeum van Natuurlijke Historie »
in een zeer leerzaam en geer geleerd werk, dat
thans
(<?) Prodrome d’une nouvelle dasjijjcatjon des'
coquilles , comprenant une rêdu&ion approponées
des cara&ères géneriques et Pétablisfement d'un
g ra n d nombre de genres nouveanx p a r lamarcjc»
in het Jnftitut voorgelezen, cjjen q i Frigtaic? F»