om het te zien; doch-alzoo de Kanunnik, zijne
procedeer- geest daar gelaaten, een zeer goede
likkebroêr was, was de krokodil,meer dan eens
getuige van de glaasjens, die ’er ter zijner eere
gedronken wierden, als men hem kwam bezig-
tigen; in dat ftuk was- de Kanunnik mild,
en fchonk zijnen besten Rhijnfchen wijn in
volle ruimte.
t De gerechtigheid, fchoon traag, koomt eindelijk
met den tijd; het was den krokodil be-
fchoren nog eens van plaats te veranderen en
weldra ooTc van meester. . De troepen van de
Franfche Republiek in het jaar 1795 de Oostenrijkers
terug gedreven en het beleg voor Maastricht
.geflaagen hebbende, wierd het fort van
St. Pieter gebomdardeerd. Het lusthuis van den
Kanunnik ftond nabij het fort, en de Generaal,
onderrigt zijnde dat de kop van den krokodil
’er in . was, gaf den kanonniers terftond bevel
dit huis te fpaaren. Maar de Kanunnik,
niet minder voorzigtig, en het ontzag van de
republikeinen voor zijn huis niet vermoedende,
deed zijnen krokodil in den. dacht verhuizen,
en in de ftad op eene veilige plaats brengen.
Alles gong wei tot dat de ftad, zig niet
meer kunnende verdedigen, gedwongen was te
capituleeren. Maar zoo dra de Franfdïen bezit
fan |del Had namen * Wierd; *er door deir Volks*
Vertegenwoordiger f r Eijoine ;aan degeenen,
die de- fchuilplaats van de® krokodil ontdekken
zoüdenl i eepe* beloohing van zeshonderd fles-
fehen ^uitmuntenden Wijn toegezegd, mits het
ftuk ..voor alle befehadiging beveiligd wierde en
in: goeden ftaat aankwamen
Deeze belofte Iiad de gewënschtë uitwerkingi
Des anderen daags bragten twaalf granadiers den
krokodil in 4 het h u k van den Volks-vertegenwoordiger
j en niet alleen wierd de belooning
gègeeven y- maar men jwas billijker omtrent den
Kanunnik dan bij zélf jegens h o f f m a n geweest
was ; want vooreerst verfcfroonde men hem
van de oorlogst last, die zijne medebroeders de
andere KanuUnikken genoodzaakt waren tè be-
taalen, en men kWam daarenboven overeten dat
dat fchööri ftuk Wan Natuurlijke Historie, beftemd
om naar Parijs gezónden te worden, aldaar door
geleerden zoude gewaardeerd worden, en dat
de waerdp aan den eigenaar zoude betaald worden.
»Het was- jegenS; den armen i l p f f ^ a n
dat te wenfehen ware dat men die daad van
edelmoedigheid o f liever, rechtvaardigheid hadde
kunnen uitoefenen; maar die geleerde Was reeds
overleden, en zijne erfgenaamen waren niet meer
te Maastricht woonachtig.
F 9 Dit