door weinige o$ den aardbed overtroffen wordt,
eenen of meer geleerden té zenden, die denzelven
naauwkeurig onderzoeken en voor het algemeen be-
fchrijven zouden, men zou zig- daar over moeten
verwonderen., indien men niet wist hoe weinig men
in ons land onder hot oud beftuur, zelfs in'de
geldigfie tijden dér Republiek, voor de weetm-
fchappen overig had, dmr alle maatfclmppijen tot
bevordering van kermis, zelfs in die vakken, welke
het onmiddelijkst met den welvaart van hei land
verkmgt waren, door bijzondere perfoomn zijn
'Gpgerigz en ft aan de *gehouden. Men hééft het dan
voer een buitenhndscfi geleerde7 overgelmien om
9 er éene | te' gé even*
Deeze vond, 'zoo dra die plaats in dè timckt van
zijne natie kwam, dabftmds, alle gekgëribèïd daartoe,
kreeg alle 'ammsëdiging, kon aM medewerking
, alle • ónderfiéuntötg',' bekbèvfien,
onder eene regeermg , die dêbmrdéringén dér
wëetènfchappen met alle macht de behulpzaams
hand biedt ; het leed dan ook niét lang of degeféèr-
de waêrdd' wierd met een ómftandig, werk over
doezen berg verrascht» Men moe t 'egt er ook bekennen
dat deete berg in de laatfte dertig jaar en
nog êéiién meerderen graad van belangrijkheid en'
gewigi ontvangen heeft, ‘door dé ontdekking van
de koppen vangr-oöfë' 'dieren, welke hij in zijnen
boezem verborgen Héld, gelijk ook door de vorderingen.,
welke men in de kennis van den aardbol,
met opzigt tot degroote natuurlijke omwentelingen,
die op denzelven zijn vowgemüm, zedert dien
tijd gemaakt heeft. Wat is het met te béÊaagen
dat ie aandacht niet vroeger op de gegraaveh lig-
hmimft van dien berg gevallen zijp wie weet hoe
veele belangrijke ftukken der oudheid, waarbij êe
konftige oudheden van JiercülMeum en 'Pompeji
meumgheden zijn, 9er doof het houweel dar arbeiders
^ mt onkunde en gebrek aan onder ngting in
de grobte en uitgeftrekte nUholmgen van dien berg
met zijn in 'ftukken geftagen en verbrijzeld, zon»
der dm ie mand vermoedde van welk belang zij voor
de kennis der aarde konden wezen l Die êe kabinetten
van verfteende zaaken uit deèzen berg te Maastricht,
te Luik, te Darijs m elders gezien heeft, waarin
z ijzo o menigvuldig voor handen Zyn, zal dit
vermoeden méè ongegrond vinden. Wat daar van
zij , wij ontvangen thans in he f werk van den ge»
lier dén F a ü j a s d È s t . f ond eene verzameling
van alle deze merkwaèrdigkedm, getrouw en
fraai naar hét leven af geheeld en befèhr even, die
den liefhebber tot verlustiging, den. natuurkenner
lot kering én befpiegding kunnen dienen, en welke
dien berg de Vermaardheid zal geeven , die hij
zoo wel verdient. Beide feorten vm leezers
* 3 zuim