oa I N L E I D I N G.' w
zwakte op het eind van die reis, die zes jaaren
duurde, zeer veel; hij flapte te Ancona, in:den
herfst van het jaarv 1^98, ziek aan land en ftierf
’er in de armen van o l i v i e r van eene koorts,
die hem in weinig dagèn wegfleepte.
De dood van dien geleerde is een groot verlies
voor de natuurlijke historie en voor zijne;
vrienden; want hij had waare vrienden , die
over zijn verlies ^ontroostbaaf blëeven.
Zijn medehelper en vriend o l i v i e r is gelukkiglijk
te Parijs aangekoom'en met deitalrijke
verzamelingen van voorwerpen, op die nuttige
en geleerde reis verzameld: men zal ’er ongetwijfeld
bouwftoffen in vinden , die dienen kunnen
om den gewigtigen arbeid over de hoorns
en fchulpen ten einde te brengen , waarvan b r u -
g i u e r e s , voor zijn vertrek, flechts een deel
in quarto, in twee ftakken verdeeld, had kunnen
uitgeeven; maar daarin vindt men zijne
rangfchikking, zijne voornaamfte algemeene in-
zigten, tweeënzestig gedachten, waarvan twintig
afgewerkt zijn, met hunne kenmerken en de
verfbhillende naamen, in het geheel vijfhonderd
vijfenzestig foorten uitmaakende , die volmaakt
wel befchreven en afgebeeld zijn.
Het gedacht met den naam van Cone benoemd
alleen, (dat der Tooten) is zoo volledig dat het
houhonderd
zesenveertig foorten vereenigt, waarvan
veele zeer zeldzaam, en flechts in drie' o f
vier kabinetten van Europa te vinden z i jn; de
bijzondere opnoeming, de opgaaf der verfchil-
lende naamen en de befèhrijving van zoo veele
foorten hebben een zoo grooten arbeid vereischt,
dat, dat gedacht alleen 172 bladzijden in 4EO in
twee kolommen vervult.
L a m a k c k -p hooglceraar in de Dierkunde,
in het vak der infekten en der hoorns- en fehul-
pen, in het nationaal Mufeum van Natuurlijke
Historie te-Parijs , wierd , bij afwezigheid van
b r u g u i e r es belast „met de zorg van dat gedeelte
van de Natuurlijke Historie in de Encyclopédie
xq vervolgen; maar de vertraaging, wélke
*er door de omftandigheden in de uitgave
van dat boek gekomen is,: hebben deezen geleerde
niet toegelaaten nog/iets óver de hoorns en
fchulpen te geeven.
. Hij heeft egter;veele rijke bouwftoffen bij een-
gebragt om dat werk tot de grootfte volmaaktheid
te brengen, en daar zijn reeds veele van
de gewigtigfte planten met veel oplettendheid,
onder zijn opzigt; naar de: tekeningen van ,m a-
r é c h a l , .r e d o u t e ' en D E s ê v E gegraveerd.
gewordend
Doch, alzoo de Encyclopedieke verzameling
| - C een