juiste feiten en genoegzaam naauwkeurige bijzonderheden
gekend h e e ft, bij de rangfchik-
konst van den grooten l i n n e u s zijn talent
van fraaie denkbeelden te teelen en dezelve als
een verheven fchilder aftebeelden gevoegd hadd%
zou hij ongetwijfeld p l i n i u s verre zijn te
boven gegaan.
Laaten wij egter billijk jegens hem zijn en
fchroomen wij niet te bekennen dat de r^bgfchik-
kende leerwijze, die tot hier toe zoo nuttig in
het werk is gefield, toen nog de goedkeuring
van de beroemdfle mannen van dien tijd
niet had vèrkregen. Die floute, maar gelukkige
nieuwigheid, naardien zij de natuurkundigen van
alle landen elkanderen heeft doen verftaan, had
de beste fehrij vers van dat tijdperk, misfchien met
enige reden , afgefchrikt, want de uitdrukkingen,
door l i n n e u s bedagt o f gebruikt, waren
geraaden te hebben , dat hij ïh de twee ©orfprong-
lijkfte »en grootde van zijne denkbeelden, de theorie
der aarde en de voortteeling, baarblijkiijk gedwaald
heeft; zijn werk zal altoos onwaardeerbaar in het be-
fchrijvënd gedeelte, onfterfelijk door den ftijl en de
wijze van behandeling zijn„ doch voor die het om
waarheid, en om-waarheid alleen, te doen is, is hét
natuurkundig' gedeelte van zijn werk bijna onnut.
V £ R T A A L ER.
jren zoo menigvuldig en . iegelijk- zoo ftrijdig
tegens de leevende taaien , dat zelfs de geoe-
fendfte in de konst van fehrijyen voor altoos
moest afzien van .het wel yertaalen van de werken
yan dien beroemden Zweedfchen natuurkundige.
De Franfche taal vooral, die door haare klaarheid
, juistheid, en haare édele eenvoudigheid(a)
op het punt. was van 4e algemeene. taal van '
Europa te.worden,; fohrikte meer dan de andere
voor zulk' eefte. (^ngew°one, taal, die zoo zeer
van die van t o-urn e f o r t , b e r n a r d
d e ' JUSSIEU, , DE REA UM UR , DUIJAm
e l , b ü f f q n en? andere- franfche geleerden
, welker werken i in alle taaien vertaald waren
en met : zulk eene graagte geleozen wierden ,
verfchilde.
.. Naardien egter zedert de dagelijkfche ontdekkingen
in de natuurlijke historie , en de algemeens
fmaak voor die weetenfchap de nieuwe
voor-
(a)I Een ieder is'> ingenoomen r voor zijne eigen
taal; maar Jkigglpof mie$rda$;het deëze eigenfdiap-;
pen, die ik in de franfche taal-niet erken, geweest
zijn,, welke die taal zoo zeer", in Europa verfpreid
hébben; ik zoude dit meer afleiden van zedenkundige
én ftaktkundige porzaaken dan uit den aait van de
taaP zelve.,