46 N L E I D N G.
m
ren, van planten, visfchen, zoogende water*
dieren, en viervoetige dieren van allerleien aart,
dat, zeg ik , in die groote graflieden van het
planten- en dieren-rijk , het gretig en nieuws*
gierig oog van den inensch te vergeefsch naar
de overblijfzelen van zijne gelijken zoekt : en
h ij, die, om zoo te ipreeken, alles gevonden
heeft, heeft tot nog toe niets, kunnen vinden,
dat tot zijne eigen foort behoord heeft (0).
Qa) De kundige beoefenaar der natuurlijke historie,
die ter goeder trouwe en zonder vooroordeel is , heeft,
onderzoo Veélë gegraaven voorwerpen, noghiets gevonden
dat aan den mensch heeft 'töehehoord.
fêjjcgl
N A