F A L C O B U T E O
DE DU IS E R T
H < * äs; zeer opmerkenswaardig, dac to eenige geflachten uit alle drie de rijken.
waari«, da Natuut verdeeld is, als her Dieren-, Planten-, en Mineralen- rijjs, hi]
fommige foorten. zulke in het. oog loepende afwijkingen in kleur en teekening plaats
hebben, terwijl integendeel weder hij andere; foorten geene, althans zulke^groote,
vierfcheidenheden, niet worden waargenomen.; vele zulke afwijfc;ngen in kleur, vindt
men bij die Vogelfoort,, waarvan: wij; de afbeelding, ■ op, de ,ne.vensgaande plaat
mededeelen; het is een der gemeenste Roof-Vogeien., in de meeste flreken van
ons WerelddeeL Zelden esfatw* in fepe gropt getal men. fomtijds, dezelve mogp. aan-
treffen, vindt men daarvan twee, die elkander in kleur der Vederen volkomen gelij-
ken; doorgaans verfchillen zij; door eene over het geheel meer of mindere donkere
kleur, fomtijds zijn zij bijna geheel wit met eenige donkere vlakken, breedere of
fmallere ftrepen^aan den^buik, die ook wel geheel ontbreken. Zoodanige witachtige
bui sert werd ons eenige tijd geledert gtfzonden, hebbende flechts hier en daar eenige
bruine vlakken; deze was gevangen op de. Udfftede Roofendaal, niet verre van Utrecht,
daar hij zieh reeds eenen geruimen tijd haJ opgehouden, en des avonds in eenen
Sparreboom zijne rustplaats hleld; dah op zekeren avond deze boom gefchud wordende
fchrikte hij, viel neder, en werd toen afgemaakt. Deze groote en menigvuldige
afwijkingen in kleur, zijn oorzaak dat men dezelve voor andere foorten gehouden heeft,
en dan onder andere namen befchreven zijn, als de f a l c o a l b i d u s , f a l c o
v e r s i c o l o r , f a l c o v a r i e g a t u s , echter zijn zij niet anders dan verlcheiden-
heden van den gewonen Buifert, waarvan wij nu hier laten volgen, De
B E S C H R IJ V I N G.
De geheele Iengte van den Vogel is doorgaans 20 a 22 duimen; de kop dik;
het was geel; de bek loodkleur, van vören krom, echter niet zeer fterk; de 00gkringen
geel; het lijf zwaar en dik; de hals en rüg bruin van kleur, gelijk ook
de flagpennen; de keel en buik bruinachtig grijs, met bruine vlakken; de pooten
geel; de ftaart licht bruin met zwarte banden. De jongen zijn vöör
X x x x x