4oo RIIIJNCOPS NIGRA. DE SCHAARBEK of WATERSNIJDER.
Indien nu de ScKepper deze Vogel beftemd Kebbende, tot het bedrijf waarvan
wij zoo even fpraken, hem, met eenen ftompen Bek had uitgerust, of wel hem een holle.
Ondörkaak had gegevenL dan waS'het onvermijdelijk, dat de. tegenftand, welke zoo-
danig Werktuig, gedurig in het Water duikende, moest ontmoeten, bij de al voor-
waards gaande vlugt des Vogels, hem geftadig zijnen prooi zoude doen misfen, en
te veel Waters doen inzwelgen, of liever hem zulk eene hoeveelheid daarvan binnen
brengen, als hem zeer zeker lpoedig zou doen omkomen, maar nu integendeel, met
zijnen fnijdenden Bek, de oppervlakte der Zeeen als doorploegende, zonder eenige te-
genftandr te gevoelen, zet hij zijn vlugt onbelemmerd voort, en Word niet in het
minfte tegengehouden, door de vloed van. het Water, het welk hij met de Onder-
neb onophoudelijk doorwaad.
De Schaabbek welke, men ook Watersnjjder. noemt, (Coupeur d’eau), uit hooiüe
vait de wijze, w-aarop hij het Water doorfnijd, en de oppervlakte der Zee als be-
ploegt, heeft een veel langer Onder- dan. Bovenneb, fluitende de eene op, of in el-
kander, gelijk een Scheermes in zijn Hegt, beide, lopen zij zeer dun toe, op gelijke
wijze, als het Letnmet van een Scheermes, en het is niet dan onmiddeUjk aan den
wortel der Bek , dat dezelve een weinig van gedaante veranderd, om tot de door-
gang naar den Strot plaats te maken. —~ D eT on g is zeer kort, en aan het einde
vaa de Strot vastgehechr. — > Het voorfte gedeelte van de Bek is zwart, met ee-
flig licht aan den Punt. — Aan het dikke einde naar de Kop heen, is dezelve rood,
even als de Poten, welke veel overeenkomst hebben, met die der Zee-Zwaluwen,(*)
de grootte des Ligcbaams, is gelijk aan dat der zwarte Kraaij; hij heeft zeer lange
Vleugels en een gevorkte Staart,. het bovenfte van zijn Lijf, alsmede het voorfte van
de Hals, en het allervoorste van de Kop is wit, ook heeft hij een lichte Streek aan
de Vleugels, van welke fommige Pennen, alsmede van de Staart witachtig zijn, het
overige van de Veren is donkerbruin, verfchillende naar mate van den ouderdom ,
dejonge Vogels zijn rosachtiger of lichter van kleur, ook is bij hun de Buik grijs-
achtig bruin gevlekt.
A A N T E E K E N I N G E N .
Deze Vogels welke zeer veel op de Americaanfche Küsten huisvesten, vertoonen
zieh ook, hoewel zeldzamer, in onze ftreken. — Hun vlugt is onophoudelijk, zij
rüsten niet, dan ten uiterften zelden, en wanneer men de lengte der Vlgugelen in aan-
merking neemt, zou men daaruit moeten afleiden, dat zij zeer fnel vliegen moeten,
intusfenen heeft men opgemerkt, dat de vlugt, gedurende den tijd dat zij azen, of
zieh van vqedzel voorzien , langzaam is , en indien dezelve ook alsdan fchielijk was,
zoo zou het hun onmogelijk zijn , de prooi optevangen, en te verkrijgen, dafir dezelve
al gaandewegs moet worden medegetjomen.
Het tegenwoordige voorwqrp hebben wij afgebeeld, naar een iraai opgezet Exem-
plaar, berustende in de met zoo veel roem bekende groote Collcctie van den Wel-
Edelen Heere G J. T em m i n k , te Amfterdam.
Sturm Hirvndo, »de Deel. Pag io£.