406 A L C A TORDA IIORNOTlNUS. DE JONCE PAPPEGAAIJ-DtllKER.
de Sneb is met via* dwarsgroeven voorzien, van dezelvs tot aan het Oög, loopt
een witta üreep, alsmede over de zwarte Vleugelen, een witte band, het oude
ÜVJannerje heeft den witte dwafsgroef over de Sneb , en een Zwaft pufperkleurige
/ hals; het Wijfje, waarvan LinnjeUs. ook nog onder den naam Van Alca Pica nielding
maakt, zie ook b u f f o n , pl. 1004. heeft twee zulke dwarsgroeven over de Sneb,
en een witte Hals, dit nu z ijn, de eigentlijke foortelijke kenöiefken, van de
Alca Tor da, van l in n jEu s , hoewel nu dezelve niet ten vollen overeenftemmen ,
met ons tegenwoordig Voorwerp, zoo moeten wij hiertegen inbrengen: dat
(gelijk wij reeds in het algemeen hebben aangemerkt,) ook de Alca Tor da , zeer
in gevederte verfchilt, voor dat hij zijne volkomenheid heeft bereikt, en
;tot deze verfchillen behooren mede , de Alca Baltica, Alca Minor,
Alca Rostro Minore Sulco Nullo, van p a l l a s , benevens de Alca P ica,
van l in n t e u s , met welke laatste onze Vogel veel overeenkomst heeft,
■behalve dat l in n b u s de kleur der Pooten als tood opgeefc , VOor Zoo
verre wij weten is hij ook maar de eenigste die Zulks d o e t, terwijl
andere Schrijvers ■ hiervan o f zwijgen, o f fommige de Pooten zelf zwaftbruin
noemen; *er fchijnt dus geene twijfel te z ijn , o f Onze tegenwoof-
dige Alca, is een jonge Vogel van de Tor da, en om dat de Sneb zonder
groeven i s , de Alca P ica, van LiNNieus, of de Alca Rastro Minore Sulco
Nullo van p a l l a s , welke beide laatstgenoemde foorten, wij zeef geneigd
Zijn voor een en hetzdfde te houden.
; De grootte Verfchilt weinig met dfe van een gewoöne Eendvogel,
Snaar is veel fmaller van R ü g , echter door de breede en platte gedaante
van den B e k , van dezelve zeef Verfchillende; ook ftaan de
Pooten zoo Ver achterwaards , dat hij genoodzaakt is om OVereind te
moeten gaan, het welk hij niet dan zeef langzaam doen kan ; de - hööfd*
kleur is van boven zwa rt, en van onderen w i t , de Reel en Hals' een
weinig bruinachtig', de kleinste Slagpennen Witgeftipt, en de Staärtpermen,
B e k , Pooten en Nagelen zijn zwart.
A A N T E E K E N I N G E N.
Zeer fnel in het "zwemmen zijnde, gelijk alle andere Vogels van dit foort,
zoo kan hij tevens ongemeen diep duiken; zijn voornaamste voedfel beftaat,
in kleine Visfchen, bijzonder jaagt hij op de Häringen; hij nestelt in de
holen der rotzen, en legt ¿¿n o f twee vrij groote Witte> zwartgevlakte
eieren, op de bloote rots. De bewoonders van de Faro - Eilanden, en
andere noordfche kustbewoonders, vangen deze Vogels in meenigte , eeten
het vleesch, en gebruiken de vederen; inzonderheid de noordelijke kusten
bewoonende, is hij: in Zweeden, Schötland en Engeland mede niet onge*
meen, alsmede op de Franfche kusten , zeer bekend. Wij gaven deze
Vogel o p , als een ongemeene duiker, want men , heeft opgemerkt, dat
hij wel twintig vademen diep onder Wäter duiken k a n , en verhaald, dat
zij zieh wel eens vergisfen, door in. een , met een hoek voorzien, uii*
geworpen aas, te bijten , en op die wijze fomtijds, als opgevischt kunnen
worden. De gewoone wijze om hen te vangen, is fchieten, o f hen even
ftoutmoedig in de rotfen en klippen te verkloeken, als onlangs , ten op*
Zichte van de jan v an g en d , is gezegd geworden.