VOORBERIGT.
n a aantal uitgeg$vene Pfoten, na het vierde ¿sei dezes Werks > nieder een vijfiigial b?dt agende, is daar-
mede alzoo bei viifde deel komplett. Daar wij na voor bet eßrfle en tzveede deel denztlfden ütel bebten
geplaatst, gelijk wij voor bet der de en vierde insgelijks dsnzelfden leverden, zoo eiscbte de beftaande orde,
dat wij eenen nietmen titel voor bet tbans a f gewerkte deel gaven, en voegen devzelven alzoo hiernevens, niet
twijfeiende of bij zal voor de vorige in uitvoering geenszins behoeven te wijken; dezelve zal nogtans alleen
dit vijfde deel openen, omdat hier me de de A f beeldingen en Befchrijvingen der Nederlandfcbe Vtgelen
geeindigd is, , en er geene zesde Afdeeling van dezelve volgt. Deze badden wij, wel is waar, nog wel
hinnen beginnen, doch bezwaarüjk bebben kunnen volbrengen, daar bet getal der Vogslen, die wij nog zouden
bebben kunnen a f beeiden gering is, en de voorwerpen van geejn bijzonder belang waren.
Gelijk als bij de vorige deelen, voegen wij hier ook weder eenen körten Inboud of eene Naamlijst bij,
van de in dit vijfde deel afgebeelde Voorwerpen, waarop de narben zoo als dezelve op de Platen geßeld zijn, voor körnen.
Daar er m federt bet begin dezes Werks, door wijlen C o r n e l i u s n o z e m a n , ruim eene balve eeuw verloopen
is, zoo zijn er met de vorderingen in de beoefening der Ornithologie, tevens vete verandsringen voorgevallen;
de Vogels zijn federt anders gerangfebikt> vele bebben andere geflachtnamen, vele andere foortnamen bekomen.
Om deze redenen bebben wij bierbij gevoegd eene lijst van die veranderingen in geflacht- en foortnamen, en
voegen hier nog bij, een Register over bet geheele We rk, waarop de Vogelen gerangfebikt zijn naar de
C) 1!