488 P H
h<*fc de V.gel - e f e
M M M de achtem Ä M W i voorfte *.Vingers f n aan beide
g ° . d ch niet geheel aan een ™verbonden; deze m m m m m w a r n
vliezen zijn u g p uitgefchulpte vliezen beter te vertoonen,
™ J“ - -• “hra *■ Voi" m voga, op I « * fielt M R ¡MmfM i, H MB— let Voorhoofd I f l K t Ach.eAoafd b l „ „ .
achtig, welke kleur längs den Nek en den geheelen Rüg dezelfde blijft. De
Vleugels zijn donker blaauwachtig, derzelver Slagpennen bijna zwart, en
hunne Dekvederen me't wit gemengd. De Wangen en de Keel zijn
eenige blaauwe aschkleurige Vedertjes; de Borst heeft ook eemge hgte b aauwe
Vederen, bandswijze; de Buik is geheel wit; de Pooten vu.l groenachtig en
de Staart blaauwachtig, aan het einde donkerder.
A A N T E . E K E N I N G E N.
Offchoon de Pooten van den Br e edbe kk ig en F r anj epo o t niet geheel
met zwemvliezen voorzien zijn, iS hij toch een zeer goed zwemmer, met
alleen op Rivieren en Binnenwateren, maar zelfs in de opene Z e e , zynde
aeenszins voor derzelver golven bevreesd. Onder de Groenlandfche Vogelen
vinden wij hem opgeteekend, waargenomen zijnde op de breedte van 08 graden,
tusfchen de ljsbergen zwemmende, vier mijlen van het land^ verwijderd. Mees-
tentiids op het water hun verblijf houdende, komen zij weinig op het land, en
loopen op hetzelve langzaam, doch veel beter dan die Vogelen, welke geheele
aevliesde Pooten hebben. Hij maakt zijn nest aan de kanten bij het water
onder gewasfen en kreupelhout. Zijn voedfel beftaat meest uit Infekten, die
zieh aan de oppervlakte van het water onthouden. Hij bewoont, gelijk wij
aanmerkten, het Noordoostelijk gedeelte van Europa, en verhuist van daar in
«n-oote troepen over de Kaspifche zee naar Azie. Het is bij dit verhuizen
dat er dan fomtijds enkele Vogels van den troep afraken, die zieh dan meer
westelijk in Europa begevende, op de kusten van Engeland en Holland vertoonen,
doende vervolgens de reis over Duitschland, Zwitferland en Turkije naar
Azie» doch bij het terugkeeren in het voorjaar, worden zij längs dezen weg
niet vernomen.