A A N T E E K E N I N G E N.
De Rots-Klimmer beweegt in het op en neer fpringen, onöphoudelijk de Scaart en
Vleugels, en loopt zeer fnel, het gezang dat hij in de Lente laat hooren, maakt weinig
gerucht, maar is echter welluidend, en aangenaam; deze Vogels vliegen hier en daar, in
kleine koppels van 8 ä 12 min of meer bij elkander.
Hij voed zieh met kleine Torren, en andere Infecten, Wormen en zaaden, van on-
derfcheidene planten, welke hij opzoekt even als de Musfchen en Vinken, voor de
huizen en in de koornfehuren, in eene kooij opgefloten kan men hem niet , zeer lang
behouden, men moet hem met hennipzaad dat geplet is, met eenige andere zaden',
als ook met mieren-eijeren voeden, ook kan men hem brood geven.
De Rots-Klimmer broeit tweemaal in het Jaar, het eerfte broeifel is in de Maijmaand,
en het tweedein demaandjulij, het is Hechts op den blooten grond, .tusichen de fteenen,
of liever tusfehen de reten en in de gaten der Rotzen, fomtijids zelf op de daken der
huizen, welke zieh op het hoog gebergte bevinden, dat hij zijne eijeren nederlegt. De
eijeren zijn groen van kleur, én vijf in getal,-deze Vogel is in den Herfst zeer vet, en
als dan zeer fmakelijk.
Deze Vogel bewoont de Alpen in Zwitferland, men vind hem ook in Perfién, als
mede op de hooge bergen van Frankrijk van waar hij fomtijds tot ons komt overvliegen.
Het origineel naar het welk deze af beelding is vervaardigd, berust, in het Cabinet, van
den Wel-Edelen Heere C. J. T emminck, te Amfterdam.