a P P P I P i P i
PODICEPS (COLYMBÜS) RUBRICOLLIS.
DE ROODGEHALSDE
FUUT oe DUIKER.
Op li bmmn a riviera, riet ■DoT, „* „ *
ou C zic een ogelen geflacht, dat als het wäre op het water gebannen is, körnende
.jna.„o01t op het land, broedende ook genoegzaam in het water, ten minften maken
ZnTZ 7 7' 1 Ü ÎS B * °pPervMte ™ hetzelve. Van 4 t geflacht, door den Ridder t i^ E t r s met de geflachtsnaam van Colynéus be-
noemd, doch welke naam naderhanä d ö b ^ A x ^M verändere! is in Podiceps, welke
naam nu fey de Lrefhebbers der Ornithologie* het meéste in gebruik fs, hebben
wy reeefs twee foorten afgebeeld, als en de Colym-
7 zo8o>de wijnu latentem & j^ e p s r u ln c o ffis gelijk L,atham
oenzelven genoemd heeft; einneits noemtfm1 en Colymbus fuberistarn;
de Franfchen die dit geflacht Grebe noeineni beflenipélèn onze NVbger met de
naam van L e Greb* a jouer grifis, bij ons is dit fbort méëst bekehd bi] de naam van
Fmt of Bmker, er» om die reden noemen wij ons-Vopr^erp"'o i ¿oodgeha lsde
FUUT Ol DUIKER . i : . fi /
B E S C H R IJ V I N G.
De langte van den Vogel, die op onze Plaat fevensgroot is afgebeeld, is nagenoeg
zestien duimen; hij heeft achter aaa het hoofd een kort kuifje van zwarte vederen, dat
met regt opftaat, maar achter oft fteekt; de kop van boven als ook de bek zijn
zwart, de laatfte heeft een gele pur»; de oogkringen zijn roodachtig bruin; van boven
längs de geheele nek en rüg is hij zwart, ever? ais de vleugels, de buitenfte flagpennen
zijn van dezelfde kleur, maar de middelfte zijn wir De keel en de wangen
zijn muisvaal, van onderen cn op zijde van -den hals en op. de borst heeft den Vogel
eene mooije roestkleur; het lijf van onderen i s ^ i t^ e n ^ de'zijde zwartachtig bruin
gevlakt; de pooten zijn aan den binnenkant geelàchtig groen, en van buiten zwart.
Ss'sss y an