FALCO PEREGRINUS
D E WA N D E R
O F
E D E L Y A L K.
1 ) e verfcheidene kleur- en veder-verwisfelingen, aan welke het geflacht der Valken
onderworpen is, zijn oorzaak geweest dat beroemde natuurkenners aan een
zelfde Vogelen-geilacht verfchillende namen hebben gegeven. In onderfcbeiden
ouderdom werden dezelfde Vogelen befehouwd en befchreven, en verkregen, om
het tnerkbaar onderfcheid in kleur, ook onderfcheiden benamingen; hiervan hebben
wij een voorbeeld gegeven in de befchrijving van de Falco Leucocephalus, Hornotinus,
hier voor in dit deel afgebeeld en befchreven, ons tegenwoordig voorwerp
ftrekt daarvan mede ten blijk. Deze Vogel, uit het geflacht der Valken, verändert
niet flechts in bijzondere leeftijden, maar ook op andere tijden en als toevalliger
wijze; waar uit dan ook voortgefproten is eene bijzondere verwarring in de naam-
lijsten. Wij zullen ons in de befchouwing van ons onderwerp bepalen, tot de drie
onderfcheidene levensperken van den WandEr. ö f E del V a l k als welke zoo
vele kenners van de Natuurlijke historie op. het denkbeeld hebben gebragt, dat
zij niet £dn, maar drie bijzondere Vogelfoorten voor zieh hadden.
B E S C I I R. IJ V I N G.
Wanneer de Wander. den ouderdom van een jaar bereikt heeft, doet hij zieh
voor met eenen geelachtigen witten Kop, Nek en Wangen, verfierd met eenige
zwartachtige vlakken. Het bovenfte gedeelte of de Rüg is aschverwig zwart
gekleurd, zijnde alle Veeren aan het eind geboord met eenen helderen bruinen rand;
onrcgelmatige rosfe fixepen loopen naar de Staart, en alle Staartpennen zelve zijn
witachtig van kleur, zoo ook de Krop of Borst 6n alle overige ligchaamsdeelen,
en geheel het Onderlijf; zijnde dit alles met langwerpige bruine vlekken gebroken.
Deze vlekken vermeerderen Zieh naar maten zij den Oogkring naderen, het Oog
zelve is ligtblaauw, de Bek blaauwachtig en op het einde zwart.
Deze jonge Wander nu, die toch wezenlijk de Falco Peregrims is, wordt
door de Auteuren genoemd Falco Steüaris. Tot volwasfenheid gekomen zijnde,
zoo is het aschverwige zwart, ’t welk voorheen zijne Rüg bekleedde, veranderd
in aschkleurig bruin, met dwars loopende vlekken, ook het Onderlijf heeft nu deze
dwarsfe vlekken, offchoon de lichte grondkleur de zelfde is gebleven. Het boven-
deel van den Vogel is het meest door het Ruijen veranderd; terwijl aan het onderdeel
T t t t t